Inhaltsverzeichnis
Werbung
Contrôle du niveau d'eau
Contrôlez le niveau d'eau
G
(pression de remplissage) de
l'installation sur le manomètre (1).
Pour un fonctionnement irrépro-
chable de l'installation de
chauffage, à froid, l'aiguille du
manomètre (1) doit se trouver dans
la zone de pression de rem-
plissage entre 1,0 et 2,0 bars.
Si la pression est inférieure à 0,75
bar, ajoutez de l'eau en consé-
quence (voir p. 18).
Si l'installation de chauffage
s'étend sur plusieurs étages, des
valeurs supérieures peuvent s'impo-
ser pour le niveau d'eau de l'in-
stallation sur le manomètre. Interro-
gez votre société spécialisée à ce
sujet.
Fonctionnement en eau
chaude sanitaire
L'interrupteur principal ne doit
être mis sous tension que si
l'installation de chauffage est
correctement remplie d'eau.
En cas de non-respect, la
pompe et l'échangeur
thermique pourraient être
endommagés.
G Tournez l'interrupteur principal (2)
en position „I".
G Réglez le bouton (3) de réglage de
la température de l'eau chaude sur
la température souhaitée.
Correspondances:
a - butée gauche env. 50 °C
b - butée droite max. 65 °C
Si la dureté de l'eau est
supérieure à 10 °dh
(1,79 mol/m
3
) régler le
sélecteur ECS (3) au maximum
en position centrale (fig. B.5).
Waterstand controleren
G Controleer de waterstand van de
installatie op de manometer (1).
Voor een foutloze werking van de
verwarmingsinstallatie moet de
wijzer op de manometer (1) bij
koude installatie in het bereik
tussen 1,0 en 2,0 bar staan.
Als hij onder 0,75 bar staat, vul
dan het noodzakelijke water bij
(z. pagina 18).
Als de installatie over meerdere
verdiepingen loopt, dan kunnen
hogere waarden voor de water-
stand van de installatie vereist zijn.
Informeer hierover bij uw erkend
installatiebedrijf.
Warmwaterbereiding
De hoofdschakelaar mag
alleen worden ingeschakeld
als de verwarmingsinstallatie
volgens de voorschriften met
water is gevuld. Bij niet in
acht neming kunnen de pomp
en de warmtewisselaar
worden beschadigd.
G Draai de hoofdschakelaar (2) op
stand "I".
G Stel de draaiknop voor de
instelling van de warmwatertempe-
ratuur (3) in op de gewenste
temperatuur. Daarbij beantwoordt:
a - De linker aanslag aan
ca. 50 °C
b - De rechter aanslag aan
max. 65 °C
Zet de draaiknop (3) bij een
waterhardheid van meer dan
10°dh (1,79 mol/m
hoger dan de middelste stand
(afb.B.5).
Wasserstand kontrollieren
G Kontrollieren Sie den Wasserstand
der Anlage am Manometer (1).
Für einen einwandfreien Betrieb
der Heizungsanlage soll bei kalter
Anlage der Zeiger am Manometer
(1) im Bereich zwischen 1,0 und
2,0 bar stehen. Steht er unterhalb
von 0,75 bar, füllen Sie bitte
entsprechend Wasser nach (s.
Seite 18).
Erstreckt sich die Anlage über
mehrere Stockwerke, so können
höhere Werte für den Wasserstand
der Anlage erforderlich sein.
Fragen Sie hierzu Ihren
anerkannten Fachhandwerks-
betrieb.
Warmasserbereitung
Der Hauptschalter darf nur
eingeschaltet werden, wenn
die Heizungsanlage ord-
nungsgemäß mit Wasser
gefüllt ist. Bei Nichtbeach-tung
können Pumpe und
Wärmetauscher beschädigt
werden.
G Drehen Sie den Hauptschalter (2)
auf Stellung „I".
G Stellen Sie den Drehknopf zur
Einstellung der Warmwasser-
auslauftemperatur (3) auf die
gewünschte Temperatur ein. Dabei
entspricht
a - linker Anschlag ca. 50 °C
b - rechter Anschlag max. 65 °C
Bei einer Wasserhärte von
mehr als 10 °dh (1,79
3
) niet
mol/m
Drehknopf (3) maximal in die
Mittelstellung (Abb. B.5).
COMMANDE
BEDIENING
BEDIENUNG
) stellen Sie den
3
17
Werbung
Inhaltsverzeichnis
