Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Scheppach CB01 Originalbetriebsanleitung Seite 37

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CB01:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
3.
Probeer niet om de lastketting te repareren. Bij
beschadiging mag de lastketting alleen door een
vakman worden vervangen. De lastketting moet
door een nieuwe ketting met hetzelfde gelaste en
geharde staal met dezelfde afmetingen en dezelf-
de sterkte worden vervangen.
4.
De lastketting voor gebruik smeren a.u.b.
5.
De remoppervlakken mogen niet gesmeerd wor-
den. De rem moet droog gehouden worden.
6.
Ervoor zorgen, dat er geen knopen in de lastket-
ting zitten. Wanneer er knopen in de lastketting
zitten, moeten deze er voor gebruik van het ap-
paraat worden uitgehaald.
7.
Ervoor zorgen, dat de lastketting voor elk gebruik
aan de lasteindpen bevestigd is.
8.
Ga in dezelfde positie en onder dezelfde hoek
staan als het aandrijfwiel, wanneer u aan de
handketting trekt. Trek niet onder een schuine
hoek a.u.b. Er moet een veilige positie ingeno-
men worden.
9.
De last niet boven personen heffen. Nooit toe-
staan dat iemand onder de last komt. Wanneer u
een last heffen wilt, de personen in de omliggende
omgeving waarschuwen.
10. Geen personen met het kettinghijswerk heffen.
11. De last moet stevig aan de haak zitten. Probeer
niet om de last met de punt van de lasthaak te
heffen.
12. Gelijkmatig aan de handketting trekken om plot-
selinge stoten of knopen te voorkomen.
13. Wanneer de ketting geblokkeerd is of niet verder
getrokken kan worden, moet u stoppen. Contro-
leer en verhelp het probleem. Probeer niet om het
kettinghijswerk met geweld te bedienen. De last
niet in de lucht laten hangen.
14. De last niet verder dan de bruikbare lengte van
de ketting laten zakken. Wanneer de ketting tus-
sen het kettingwiel en de lasteindpen te strak ge-
trokken wordt, kunnen beschadigingen worden
veroorzaakt.
15. Sta niet toe, dat de last met het kettinghijswerk in
contact komt, anders wordt de vrije draaiing ge-
blokkeerd en kunnen beschadigingen ontstaan,
of kan de ketting in de knoop raken of het wiel
blokkeren.
16. Regelmatige controle en onderhoud uitvoeren. Al-
le beschadigde of gebrekkige onderdelen moeten
door een vakman worden vervangen.
17. De kettingfunctie moet zowel onder „last" als on-
der „geen last" voor de bediening voldoende gron-
dig gecontroleerd worden.
18. Ervoor zorgen, dat het gewicht van de last kleiner
dan het nominale gewicht van het kettinghijswerk
is. In twijfelgevallen, het kettinghijswerk niet ge-
bruiken.
19. Het kettinghijswerk nooit overbelasten.
20. De veiligheidsprocedure, controles en smeringen
voor en tijdens de bediening uitvoeren. Het ket-
tinghijswerk alleen bedienen, wanneer dit in cor-
recte staat is.
21. Er altijd voor zorgen dat de kettingen verticaal
recht lopen en niet in de knoop zitten.
22. De handketting en de lastketting nooit in een
schuine hoek trekken.
23. Gebruik het kettinghijswerk niet in een explosieve
omgeving of in vochtige ruimtes.
24. Controleer de lastketting (1), handketting (2), be-
vestigingshaak (3), lasthaak (4), lastpen (5), het
aandrijfwiel (6) en snapslot (7) regelmatig op de-
fecten; speciaal ook na langere standtijd.
25. Stel de handketting (2) zo in, dat het keerpunt van
de handketting (2) op een hoogte tussen 500-
1000 mm boven de grond ligt.
26. Let op alle tijdens het gebruik optredende defec-
ten. Bij bijzonderheden tijdens het gebruik het ket-
tinghijswerk direct buiten werking stellen.
27. De omgevingstemperatuur bij gebruik moet tus-
sen -10°C en +50°C liggen.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften
Veiligheid op de werkplek
1.
Om ongevallen te voorkomen moet u de werkzone
hindernisvrij houden.
2.
Zorg voor voldoende verlichting op de werkplek.
3.
Houd kinderen evenals andere personen uit de
buurt van de werkzone. Zorg voor een veilige af-
stand tot de werkzone.
4.
De werkzone met behulp van een grendel met
slot, een afsluitbare hoofdschakelaar etc. tegen
onbevoegd betreden beveiligen.
5.
Draag de juiste werkkleding. Geen losse kleding,
handschoenen, halsdoeken evenals sieraden in
de werkzone dragen, omdat deze door bewegen-
de delen gegrepen kunnen worden en dus tot ern-
stig letsel kunnen leiden.
6.
Schoenen met antislipzolen dragen.
7.
Draag een gecertificeerde veiligheidshelm als
hoofdbescherming. Lange haren moeten volle-
dig door een hoofdbedekking worden afgedekt.
8.
Draag een veiligheidsbril.
www.scheppach.com
NL | 37

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Diese Anleitung auch für:

Cb0249074010004907402000

Inhaltsverzeichnis