D.m.v. deze wandcontactdoos kan de ventilator worden ingesteld op de 3 standen (LOW –
MED - HI) en worden uitgeschakeld (OFF).
INSTALLATIE
Voor u tot installatie van de ventilator en/of de bedieningsbox overgaat dient de elektrische
installatie te zijn voorbereid.
Kies de plaats aan het plafond waar u de ventilator wilt ophangen. Op deze plaats dient zich
een elektrisch aansluitpunt (220-240V / 50HZ) te bevinden dat met de juiste bekabeling is
verbonden met het aansluitpunt voor de wandcontactdoos waarmee de ventilator moet
worden bediend. Deze aansluitpunten mogen uitsluitend door een bevoegd elektricien
worden aangebracht. De plaats aan het plafond moet verder:
-
Minimaal 266 cm. van de vloer verwijderd zijn.
-
Bestaan uit materiaal dat geschikt en stevig genoeg is om de ventilator (ook tijdens het
gebruik) te dragen: beton, houten balk o.i.d., maar geen gips, zachtboard, schroten enz.
De draagkracht dient minimaal 100 kg. te zijn.
Plafondventilator
Laat uw plafondventilator installeren door iemand met
verstand van elektrische bedrading.
• Schakel de stroomvoorziening uit.
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal.
• Schroef de drie bladen met elk 2 moeren en ringetjes
stevig op het motorhuis, de verbindingsbeugel naar het
plafond gericht (zie afb.).
• Bevestig het plaatje met de ophanghaak aan het
plafond, direct naast het elektrische aansluitpunt.
-
Bepaal welke schroeven (en evt. pluggen of
bouten) nodig zijn voor uw ondergrond. De
bijgevoegde schroeven zijn geschikt voor hout.
Hebt u een andere dan houten ondergrond, laat u
dan vakkundig voorlichten welke materialen nodig
zijn!
-
Bepaal en markeer de juiste plaats voor de
schroeven. Zonodig gaten boren en pluggen /
keilbouten plaatsen.
-
Schroef het plaatje (ophanghaak naar beneden)
stevig vast. Gebruik een plat ringetje en een veerringetje
tussen schroef en plaat voor de stevigheid. Pas op dat
er geen elektrische draden beklemd raken tussen
plafond en plaatje!
5