3
Werking van het apparaat
3.5 Vervanging van de lamp
(Afbeelding 3)
Maak de elektrische aansluitingen van het
apparaat. Uw toestel maakt gebruik van een
3W-spots LED-lamp. Voor het vervangen van
de lampen duwt u de houder van achteren
naar beneden, draait u deze tegen de klok
in en haalt u deze naar beneden. Pas de
bovenstaande handeling in omgekeerde vol-
gorde toe om nieuwe lampen te installeren
(Afbeelding 3).
Lamp
Lampstroom (W)
Houder / Stopcontact
Lampspanning (V)
Afmeting(mm)
ILCOS Code
130 / NL
3
GZ 10
220 - 240
53 x 50
DR/F3-220-240-
GZ10-50-53
3.6 Bediening met rookgasa-
fvoer
De damp wordt afgezogen
•
via het rookkanaal, dat aan de
aansluitkop op de kap wordt
bevestigd.
De diameter van het rookkanaal moet
•
gelijk zijn aan de aansluitring. Bij een hori-
zontale opstelling moet de buis een lichte
opwaartse helling hebben (ongeveer 10º),
zodat de lucht gemakkelijk de ruimte kan
verlaten.
3.7 Bediening met
rookgasafvoer
De lucht wordt door het
•
koolstoffilter gefilterd en in de
ruimte gerecirculeerd. Kool-
stoffilter wordt gebruikt wanneer het on-
mogelijk is om een schoorsteen in huis te
gebruiken.
Bij gebruik zonder afvoer verwijdert u de
•
kleppen in de rookgasadapter.
Verwijder het oliefilter. Om het koolstoffilter
•
te installeren, plaatst u het filter op de lipjes
door het te centreren op het kunststofstuk
aan beide zijden van het ventilatorhuis.
draai het vast door naar rechts of naar links
te draaien.
Vervang het aluminium oliefilter.
•
Afzuigkap / Gebruikershandleiding