Storingen En Foutmeldingen - Inventum SH 100 Gebrauchsanleitung

Foutmelding
Het hartslag horloge meet geen pols.
De meting stopt.
De gemeten waarden kloppen niet.
Het calorieverbruik wordt niet berekent.
S t o r i n g e n e n f o u t m e l d i n g e n
Oorzaak
• De sensor is niet goed aangebracht.
• Aan het begin van de meting was een
geluid te horen.
• Uw hand is koud. Bloedvaten trekken
samen bij kou en bemoeilijken de meting.
• Bij een slechte doorbloeding wordt een
meting ook bemoeilijkt.
• Het hartslagsignaal is te zwak. Het
hartslagsignaal kan zwakker worden als
men tijdens de training de handen laat
hangen. Het maakt niet uit of men met de
handen heen en weer zwaait. Dit kan per
gebruiker verschillen. Meestal treedt een
zwak signaal op als de sporter moe wordt.
• De sensor is niet schoon.
• De meting stopt indien het signaal te zwak
is. Het strekken of draaien met de armen
kan de meting ook onderbreken.
• Het hartslag horloge is ontwikkeld voor het
gebruik bij joggen of hardlopen. Indien
u een sport beoefent waarbij grote
armbewegingen gedaan worden, zoals
aerobics, kunnen de gemeten waarden
afwijken.
• De sensor is verschoven of bevindt zich veel
zweet bij de sensor.
• De hartslag moet boven de 90 slagen per
minuut zijn voordat de calorieteller begint.
Oplossing
Bevestig de sensor opnieuw. De sensor moet
stevig tegen de onderkant van het onderste
vingerkootje geplaatst worden.
Start met de meting in de ruststand en
wacht met de training totdat er een
hartslagsignaal ontvangen wordt.
Zorg ervoor dat uw handen niet te koud zijn.
Rek en strek uw vingers. Deze activiteit
beïnvloed de meting niet, als deze oefening
niet langer dan 15 seconden duurt.
Trek het klittenband van de vingersensor iets
strakker aan.
Trek het klittenband van de vingersensor iets
strakker aan.
Reinig de optische vingersensor met een
zachte doek.
Druk op de START/STOP knop om de meting
opnieuw te starten.
Onderbreek de training en houdt uw hand
stil. De waarden zullen nu normaliseren.
Beëindig de meting, bevestig de sensor op-
nieuw om uw vinger en start de meting weer.
14