Identificatie Van De Onderdelen - Stiga G 300 Bedienungsanleitung

LET OP:
De voedingskabel, de voedingseenheid, de
verlengkabel en alle andere elektrische kabels
die niet bij het product horen, moeten buiten
het maaigebied blijven om ze uit de buurt
van gevaarlijke bewegende delen te houden
en om schade aan de kabels te voorkomen
waardoor ze in contact kunnen komen met
onder spanning staande onderdelen.
3. Bereid het installatiegebied van de stroomvoorziening
voor, zodat het onder geen enkele weersomstandigheden
in water kan worden ondergedompeld. Bij voorkeur
installeren in een afgesloten compartiment te installeren,
beschermd tegen weersinvloeden, op een plaats die niet
gemakkelijk toegankelijk is voor onbevoegde personen.
2.1.3. BELANGRIJKSTE CONTROLES VOOR DE
INSTALLATIE VAN DE PERIMETERDRAAD:
1. Controleer of de maximale helling van het werkgebied
kleiner is dan of gelijk is aan 45% en respecteer de
regels die in Afb. 3.
LET OP:
De robot kan oppervlakken maaien met een
maximale helling van 45%.
Als de instructies niet worden opgevolgd, kan
de robot uitglijden en de werkzone verlaten
LET OP:
De zones met niet toegestane hellingen
kunnen niet gemaaid worden. Plaats daarom
de perimeterdraad vóór de helling, en sluit
dat deel van de gazon uit.
2. Controleer het volledige werkoppervlak: evalueer de
obstakels en gebieden die moeten worden uitgesloten
van het werkgebied, die afgebakend moeten worden met
de perimeterdraad.
2.2. CRITERIA VOOR DE INSTALLATIE VAN DE
PERIMETERDRAAD
Hieronder volgen de criteria voor het installeren van de
perimeterdraad. Voor meer gedetailleerde informatie verwijzen
we naar de Smart User Manual.
MINIMALE AFSTANDEN
STRUCTUREEL ELEMENT
Bestrating of Oprit op
hetzelfde niveau als het gazon
Gracht, Wand of Muurtje
Haag of plant met uitstekende
wortels
Zwembad, Overloopvijver,
Onbeschermde openbare
weg
Zwembad of weg aan het
einde van een helling
MINIMALE AFSTAND
VOOR INSTALLATIE VAN
DE KABEL TEN OPZICHTE
VAN HET STRUCTURELE
ELEMENT
5 cm
35 cm
30 cm
90 cm
150 cm
NL
SOORTEN AFBAKENING VAN OBSTAKELS
PASSAGE X TUSSEN VERSCHILLENDE SECTIES VAN
DE PERIMETERDRAAD
X>= 70 cm (Afb. 4)
Het obstakel kan worden afgebakend door de secties van de
heen- en terugloopkabel te overlappen zonder ze te kruisen
X< 70 cm (Afb. 5)
Het obstakel kan worden afgebakend door de twee delen
van de heen- en terugloopkabel minimaal Y = 30 cm uit
elkaar te plaatsen. Als het obstakel stevig genoeg is, kan
het onbeschermd worden gelaten.
PASSAGES TUSSEN VERSCHILLENDE DELEN VAN DE
BREEDTE GANG Z
Z>= 70cm (Afb. 6)
De zone (Afb. 6.A) kan bereikt worden door de robotmaaier
Z< 70cm (Afb. 6)
De zone (Afb. 6.A) kan niet bereikt worden door de
robotmaaier en moet beschouwd worden als "Gesloten Zone".
WAARSCHUWING:
Het operationele gebied en in het algemeen
de gebieden waarin de de robotmaaier kan
navigeren, moeten afgebakend door een
ondoordringbaar hek.
Maak het hek geschikt of houd toezicht op de
robotmaaier tijdens de werking.

2.3. IDENTIFICATIE VAN DE ONDERDELEN

ELEKTRISCH GEVAAR:
Gebruik alleen de acculader en voeding die
door de fabrikant zijn geleverd. Oneigen
gebruik kan elektrische schokken en of
oververhitting veroorzaken.
WAARSCHUWING:
Gevaar voor snijwonden aan de handen.
Gebruik beschermende handschoenen om
snijgevaar aan de handen te voorkomen.
WAARSCHUWING:
Gevaar voor stof in de ogen.
Gebruik een beschermende bril om het gevaar
voor stof in de ogen te voorkomen.
ELEKTRISCH GEVAAR:
Sluit de voeding pas aan aan het einde van
alle installatiewerkzaamheden. Schakel indien
nodig tijdens de installatie de algemene
stroomtoevoer uit.
2.3.1. PLAATSING VAN DE PERIMETERDRAAD
PLAATSING MET HARINGEN
1. Plaats de perimeterdraad vanaf het installatiegebied van
het laadstation.
2. Plaats de kabel langs het hele pad en zet hem vast met
de daarvoor bestemde haringen (Afb. 7.B) met een
tussenruimte van ongeveer 100 cm en met inachtneming
van de aangegeven installatievereisten (zie Par. 2.2).
3. Laat 2 m kabel over om deze in de laatste fase van de
aansluiting op maat te knippen.
4. Plaats de kabel in bochten zo dat de buigradius ongeveer
20 cm is (Afb. 7.A).
31
TUIN