Onderhoud
3.9
Overige functies
3.9.1
Toetsgeluid in-/uitschakelen
Om de geluidstoon van de kabelgebonden kamerthermostaat in- of uit te
schakelen:
▶ Toetsen
en FUNC. drie seconden lang ingedrukt houden.
3.9.2
Snelafkoelen/snelopwarmen
Bij snelafkoelen/snelopwarmen werkt de binnenunit met maximaal
vermogen, om de ruimte sneller te verwarmen of te koelen.
Snelafkoelen:
▶ Koelmodus inschakelen.
▶ Druk de toets FUNC. in.
▶ Bevestig met de toets .
Snelopwarmen:
▶ Verwarmingsbedrijf inschakelen.
▶ Druk de toets FUNC. in.
▶ Bevestig met de toets .
Beëindigen van de functie:
▶ Druk opnieuw op toets FUNC..
▶ Bevestig met de toets .
3.9.3
Draadloze besturingsfunctie
Deze functie is bedoeld voor de verbindingsopbouw via WLAN.
Voor het verbinden met WLAN is een ingebouwde IP-gateway
(optioneel accessoire) nodig.
3.9.4
Toetsvergrendeling
Met de toetsvergrendeling kunnen de toetsen van de kabelgebonden
kamerthermostaat worden geblokkeerd.
Om de toetsvergrendeling in- of uit te schakelen:
▶ Toets TIMER en toets COPY drie seconden lang tegelijkertijd
indrukken/vasthouden.
Bij actieve toetsblokkering toont het display het symbool
3.9.5
Mij-volgen-functie (Follow Me)
Deze functie activeert de temperatuursensor van de kabelgebonden
kamerthermostaat. De kamertemperatuur wordt op de positie van de
kabelgebonden kamerthermostaat gemeten in plaats van aan de
binnenunit.
▶ Eventueel cv-of koelmodus uitschakelen.
▶ Druk op toets FUNC., om de functie aan of uit te schakelen.
Bij geactiveerde functie toont de regelaar het symbool
▶ Bevestig met de toets .
146
4
Onderhoud
VOORZICHTIG
Gevaar door elektrische schokken of bewegende delen
▶ Voor alle onderhoudswerkzaamheden de voedingsspanning onder-
breken.
▶ Hier niet genoemde onderhoudsstappen alleen door een erkende
vakman laten uitvoeren.
4.1
Batterijen vervangen
U heeft 2 batterijen type AAA nodig. Gebruik van oplaadbare batterijen
wordt afgeraden.
▶ Deksel batterijcompartiment afnemen ( afb. 7).
▶ Nieuwe batterijen plaatsen en op de juiste polariteit letten.
▶ Deksel batterijcompartiment weer aanbrengen.
4.2
Reiniging
OPMERKING
Schade aan het toestel door verkeerde reiniging!
▶ Niet direct met water bespuiten of begieten.
▶ Geen heet water, schuurpoeder of krachtig oplosmiddel gebruiken.
▶ Regelaar voor de reiniging met een zachte doek afvegen.
▶ Reiniging en onderhoud van de binnen- en buitenunit alleen door een
erkend installateur laten uitvoeren.
4.3
Luchtfilter reinigen
OPMERKING
Het luchtfilter kan in direct zonlicht vervormen.
▶ Luchtfilter niet aan direct zonlicht blootstellen.
De luchtfilters om de 2 weken controleren en indien nodig reinigen.
.
Altijd reinigen voor en na langdurige buitenbedrijfstelling.
▶ Binnenunit uitschakelen.
▶ Het luchtfilter uittrekken ( afb. 8).
▶ Het luchtfilter met warm water en een mild reinigingsmiddel
uitwassen en in de schaduw drogen.
4.4
Buitenbedrijfstelling voor langere tijd en herinbe-
drijfname
.
4.4.1
Onderhoud voor langere buitenbedrijfstelling:
▶ Luchtfilter van binnenunit reinigen.
▶ Ventilator van de binnenunit circa 24 uur in ventilatorbedrijf laten
draaien, zodat het toestel intern droogt.
▶ Binnenunit uitschakelen en van de voedingsspanning loskoppelen.
▶ Toestellen tegen stof beschermen.
▶ Buitenunit met regelmatige tussenpozen controleren. Neem in geval
van storing contact op met de servicedienst of een geautoriseerde
servicetechnicus.
4.4.2
Onderhoud na langere stilstandtijden
▶ Luchtinlaatrooster met een schone, droge doek afvegen, zodat de
binnenunit geen stof uitblaast.
▶ Waarborg, dat de luchtinlaat en de luchtuitlaat vrij en nog goed
gepositioneerd zijn.
▶ Alle kabels controleren en de voedingsspanning herstellen.
▶ Eventueel waarborgen, dat het luchtfilter is ingebouwd.
Climate 5000i M – 6721849823 (2022/11)