Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Gebruik Van Het Gereedschap - Rapid PB161 Betriebsanleitung

Pneumatisches nagelgerät
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für PB161:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 10
6. Een zwiepende slang kan ernstig letsel veroorzaken.
Controleer altijd op beschadigde of losse slangen of
koppelingen.
7. Draag pneumatisch gereedschap nooit aan de slang.
8. Sleep pneumatisch gereedschap nooit aan de slang.
9. Bij gebruik van pneumatische gereedschappen mag u
nooit de maximumwerkdruk (ps max) overschrijden.
10. Pneumatische gereedschappen mogen uitsluitend
worden gevoed door perslucht van de laagste druk
die vereist is voor de werkwijze om het geluids-
en trillingsniveau te verlagen en de slijtage te
minimaliseren.
11. Als zuurstof of brandbaar gas wordt gebruikt
om pneumatische gereedschappen te
bedienen, ontstaat brand- en explosiegevaar.
12. Wees voorzichtig bij het gebruik van
pneumatische gereedschappen aangezien het
gereedschap koud kan worden waardoor de grip en
controle kunnen afnemen.
LADEN
1. Neem het gereedschap los van de luchttoevoer.
(Figure 3)
2. Plaats een strip nieten in de achterkant van het
magazijn. Schuif de aanvoerschuif naar achteren en
laat deze los. (Figure 4)
3. Gebruik uitsluitend de aanbevolen nagels (zie de
technische specifi caties).
4. Het gereedschap en de bevestigingsmiddelen die in
de bedieningshandleiding worden vermeld, moeten
worden beschouwd als één veiligheidssysteem.

GEBRUIK VAN HET GEREEDSCHAP

1. Houd het gereedschap van uzelf en anderen af en sluit
het aan op de luchttoevoer. (Figure 1)
2. Gebruik gereedschap bij de voor de betreffende
toepassing laagst mogelijke druk. Dat zorgt voor
een lager geluidsniveau, minder slijtage en een lager
energieverbruik.
3. Druk de neus van het gereedschap op het vast te
zetten werkstuk en haal de trekker over om nieten af te
schieten. (Figure 5)
4. Stel de voor het binnendringen van de nagels
benodigde minimumdruk af. Voer vervolgens een
aantal starttesten uit met de laagste druk.
5. Om de diepte van de nagelpenetratie af te stellen:
– Neem het gereedschap los van de luchttoevoer.
(Figure 2)
– Stel de penetratiediepte af door het stelwiel te
verdraaien.
– Sluit het gereedschap weer aan op de luchttoevoer
en ga door met testen. (Figure 6)
– De defl ector kan worden gedraaid om de richting
van de uitlaatlucht te wijzigen. (Figure 7)
6. Controleer of het bevestigingsmiddel in het werkstuk
is gedreven in overeenstemming met de vereisten.
– als het bevestigingsmiddel uitsteekt, verhoogt u de
luchtdruk in stappen van 0,5 bar en controleert u het
resultaat na elke nieuwe aanpassing;
– als het bevestigingsmiddel te diep zit, verlaagt u de
luchtdruk in stappen van 0,5 bar tot het resultaat
bevredigend is.
7. U moet in elk geval proberen met de laagst mogelijke
luchtdruk te werken.
8. Houd het gereedschap tijdens het werk zodanig vast
dat er geen verwondingen aan het hoofd of aan het
lichaam kunnen worden veroorzaakt in geval van een
mogelijke terugslag als gevolg van een onderbreking
van de energietoevoer of harde stukken in het
werkoppervlak.
9. Het gereedschap moet worden losgekoppeld van het
persluchtsysteem voor transportdoeleinden, vooral
wanneer ladders worden gebruikt of wanneer een
ongewone fysieke houding wordt aangenomen tijdens
het verplaatsen.
10. Draag het bevestigingsgereedschap op de werkplek
alleen aan het handvat en nooit met de trekker in
werking.
11. Houd rekening met de omstandigheden op de
werkplek. Bevestigingsmiddelen kunnen dunne
werkoppervlakken binnendringen of van hoeken en
randen afglijden en zo mensen in gevaar brengen.
12. Gebruik voor persoonlijke veiligheid beschermende
uitrusting zoals gehoor- en oogbescherming.
13. De trekker en het veiligheidscontact moeten voor
elke bediening worden ontgrendeld, zonder de
volgorde van bediening. Voor herhaalde schieten is
het voldoende als de trekker geactiveerd blijft en het
veiligheidscontact daarna wordt geactiveerd, of vice
versa.
14. Gebruik het gereedschap niet als het magazijn leeg is.
15. Elk defect of niet goed functionerend gereedschap
moet onmiddellijk worden losgekoppeld van de
persluchttoevoer en ter inspectie naar een specialist
worden gebracht.
16. In geval van langere pauzes tijdens het werk of aan
het einde van de werkzaamheden, koppelt u het
gereedschap los van de persluchttoevoer en wordt
aanbevolen het magazijn te legen.
17. De persluchtaansluitingen van het gereedschap
en de slangen moeten worden beschermd tegen
verontreiniging. Het binnendringen van grof stof,
spanen, zand etc. zal leiden tot lekkages en schade
aan het gereedschap en de koppelingen.
PERSLUCHTSYSTEEM
1. Voor een goede werking van het gereedschap
is gefi lterde, droge <en gesmeerde> perslucht
benodigd in voldoende hoeveelheden.
2. Als de luchtdruk in het leidingsysteem de maximaal
toelaatbare druk van het gereedschap overschrijdt,
dient een drukreduceerventiel gevolgd door een
stroomafwaartse veiligheidsklep in de toevoerleiding
naar het gereedschap worden aangebracht.
3. Sluit het gereedschap aan op de persluchttoevoer
met behulp van een geschikte drukslang uitgerust met
snelkoppelingen. (Figure 1)
4. De compressor dient voldoende capaciteit te hebben
op het gebied van druk en prestaties (debied) voor het
te verwachten verbruik. Leidingsecties die te klein zijn
in verhouding tot de lengte van de leiding (leidingen
en slangen), evenals overbelasting van de compressor,
zullen resulteren in drukverlies.
5. Permanent aangelegde persluchtleidingen moeten
een binnendiameter van ten minste 19 mm en een
overeenkomstige grote diameter hebben bij relatief
lange pijpleidingen of meerdere gebruikers.
23

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis