EINHELL TE-SG 18/10 Li Originalbetriebsanleitung Seite 82

5.6 Accu-capaciteitsindicatie (fi g. 9/e)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
catie (d). De accu-capaciteitsindicatie (e) signa-
leert de laadtoestand van de accu aan de hand
van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De temperatuur van de accu is te laag. Verwijder
de accu van het apparaat en laat de accu één
dag liggen bij ruimtetemperatuur. Als de fout
opnieuw optreedt, dan werd hij diep ontladen en
is hij defect. Neem de accu van het apparaat. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt resp. gela-
den worden.
6. Bediening
6.1 Trekker (afbeelding 1, pos. 1)
Met de trekker (1) kunt u eveneens het toerental
en daardoor ook de aanzet van de zuigerstang
traploos regelen. Hoe verder u de trekker (1)
indrukt, des te sneller de aanzet van de zuiger-
stang.
Inschakelen:
Trekker (1) indrukken.
Uitschakelen:
Trekker (1) loslaten.
6.2 Snelheidsinstelling (afbeelding 10)
De toevoersnelheid kan worden ingesteld door
de toerentalregelaar (5) te draaien. Wanneer u
het stelwiel in de richting '+' draait, verhoogt u de
snelheid. Een lagere snelheid bereikt u, wanneer
u het stelwiel in de richting '-' draait.
6.3 Aanwijzing functie druppelbescherming
Het apparaat is uitgerust met een functie ter be-
scherming tegen druppelen, d.w.z. nadruppelen
van de afdichtmassa wordt verhinderd doordat de
zuigerstang iets terug schuift en zo de druk in de
patroon ontspant.
Anl_TE_SG_18_10_Li_SPK13.indb 82
NL
6.4 Werken met het accu patroonpistool
Afdichtingsvlakken voorbereiden
He af te dichten vlak moet worden voorbereid
door het te ontdoen van vuil, vet of resten van
oude afdichtmassa. Het af te dichten bereik moet
schoon en droog zijn.
Aanwijzing:
Het wordt aanbevolen om een silicone naad
op een stuk papier of karton te drukken, om de
hoeveelheid afdichtmiddel en de ingestelde snel-
heid te testen.
•
Controleer of de patroonhouder (6) goed is
vastgeschroefd (punt 5.2).
•
Controleer of de patroon goed erin is ge-
plaatst (punt 5.3).
•
Controleer of de punt van het mondstuk van
de patroon afgesneden resp. niet verstopt is.
•
Zet het stelwiel van de snelheidsinstelling
(punt 6.2) op niveau 1.
•
Het apparaat is operationeel.
•
Druk de trekker (1) in om afdichtmiddel af te
geven.
AANWIJZING:
Als de naad van de voeg te smal is, dan moet u
de punt van het mondstuk van de patroon uitsnij-
den, om iets meer afdichtmassa op te brengen.
Het patroonpistool moet zorgvuldig en gelijkmatig
langs het afdichtvlak worden geleid. Het moet zijn
gegarandeerd, dat de afdichtmassa contact heeft
met beide vlakken waarop het wordt aangebracht.
Gebruik een gladmaker voor voegen of uw vinger
om de afdichtmassa voorzichtig in de hoeken te
drukken of om scheuren af te dichten.
Wanneer de patroon leeg is, dan schakelt de mo-
tor automatisch uit.
- 82 -
09.03.2022 10:22:27