Bosch GUF 4-22 A Handbuch Seite 36

Euro • BA 3 609 929 301 • GUF 4-22 A • OSW 11/00 • NL
Schijnvoegen
Bij het monteren van profielschrootjes of panelen
moet daarom het eerste en het laatste stuk na-
uwkeurig worden ingepast. De machine kan niet
volledig in een hoek worden bewogen (hoekmaat
a=80 mm).
Bouten 11 uitdraaien en verstekgeleider 10 ver-
wijderen, aangezien anders de freesdiepte van
22 mm niet kan worden bereikt. In dit geval extra
handgreep 14 inschroeven zoals getoond op af-
beelding E.
Inbusbout 23 losdraaien en frees door middel
van freesinstelbout 21 naar links draaien tot aan
de aanslag.
Schijnvoegbreedte (b) en freesdiepte instellen.
Machine overeenkomstig afbeelding E tegen het
plafond plaatsen.
Motor inschakelen.
Schijvenfrees langzaam in het materiaal laten in-
vallen. Schijnvoeg gelijkmatig doorfrezen. Frees
naar buiten draaien, daarna motor uitschakelen
en machine neerzetten.
Wanneer de wand waarlangs de machine wordt
geleid te ruw of te oneffen is, is het voordelig om
de schijnvoeg te frezen met een aangebrachte
hulplat.
Groefverbindingen
Lengtegroef
Verstekgeleider 10 losschroeven en verwijderen.
Let op: bij het frezen van groeven moet de extra
handgreep 14 in de schroefdraad 20 worden ge-
draaid. De machine kan bij snel invallen in het
materiaal uit de hand van de bediener worden
gerukt.
Freesdiepte instellen.
Machine volgens afbeelding F op het werkstuk
plaatsen.
Motor inschakelen.
Machine met handgreep 14 geleiden en frees
met het motorhuis 1 langzaam indraaien. Groef
gelijkmatig frezen.
38
Frees terugbewegen, daarna de motor uitscha-
kelen en machine neerzetten.
Groefbreedte groter dan 4 mm.
Bij een groefbreedte van meer dan 4 mm, frees-
instelbout 21 bijstellen en opnieuw doorfrezen.
Lamellenverbindingen
Parallelgeleider 2 verwijderen.
Verstekgeleider 10 monteren en op 90° instellen.
Freesdiepte instellen zoals beschreven in het ge-
deelte "Freesdiepte instellen".
Kleine werkstukken inspannen op de werktafel.
Om zogenaamde lamellenverbindingen te ver-
vaardigen, schijffrees van 4 mm (extra toebeho-
ren) gebruiken. Freesverbinding gecentreerd in-
tekenen en freesdiepte volgens schaalverde-
ling 6 instellen.
Axiale freesinstelling instellen: frees door middel
van freesinstelschroef 21 in overeenstemming
met de te bewerken plaatdikte volgens de frees-
instellingschaalverdeling 22 instellen.
Inbusbout 23 vastdraaien.
Bij een plaatdikte van 13 tot 22 mm wordt de
groef meegefreesd. Platen met een dikte van
meer dan 22 mm worden met de grootste instel-
ling of met twee lamellendeuvels over elkaar ver-
bonden.
Proeffrezen.
Machine volgens de freesmarkering 3 neerzet-
ten, motor inschakelen en frees met het motor-
huis 1 langzaam tot aan de aanslag indraaien.
Hoekverbindingen
Zie "Lamellenverbindingen" voor de freesinstel-
ling.
Machine neerzetten en verstekgeleider 10 tegen
de schuinte plaatsen (zie afbeelding, pos. 21-24).
Vleugelmoeren 9 en 24 vastdraaien.
Lamellenverbinding of groeven frezen.