Kinderkraft JUNIOR FIX Bedienungsanleitung Seite 56

Gevaar! Let er bij het draaien van de rugleuning op dat zich niets in het scharnier bevindt.
Demontage: draai de rugleuning in de scharnier in een horizontale positie, dan kunnen beide
delen van het autostoeltje worden ontkoppeld.
5. Installatie in een voertuig
In geval van plotseling remmen of bij een ongeval kunnen mensen die geen veiligheidsgordel
dragen andere passagiers verwonden.
Controleer altijd dat:
• De rugleuningen van de stoel zijn vergrendeld (d.w.z. het vouwslot van de achterbank zit
vast).
• Alle zware objecten met scherpe randen zijn beveiligd (bijv. op de achterplank).
• Alle passagiers hebben de veiligheidsgordels om.
• Het autostoeltje is altijd beveiligd, ook als uw kind er niet in rijdt.
Voertuig beveiliging
De stoelhoezen op sommige voertuigen kunnen gemaakt zijn van delicate materialen waarop
het autostoeltje sporen kan achterlaten. Plaats een deken of een handdoek onder het
autostoeltje om ze kunnen te vermijden.
5.1 Installatie van een kinderzitje van de III / III-gewichtsgroep met behulp van een
autogordel.
BELANGRIJK. In de handleiding van het voertuig wordt de locatie van de verankeringen
gegeven, evenals andere noodzakelijke informatie voor het monteren van het autostoeltje.
De gebruiker MOET altijd de voertuighandleiding lezen.
Stel de hoofdsteun af op de lengte van het kind (patrz punkt 4.1).
• Plaats het kinderzitje op de voertuigstoel. Zorg ervoor dat de rugleuning plat tegen de
rugleuning van de voertuigstoel rust (zie punt 4.2).
• Leid de schouderriem door de rode geleider (D) onder de hoofdsteun.
• Plaats het kind in het kinderzitje en leid de autogordel voor het kind. Bevestig de autogordel
in de gesp om een karakteristieke "klik" te horen.
• De heup- en schoudergordel moeten onder de armleuning worden gezet, via de
heupgordelgeleiders. De schouderriem wordt boven de armleuning geplaatst.
Let op! De schouderriem mag niet op de rode punt onder de armsteun worden geplaatst.
Span de autogordel door eerst aan de heupgordel en vervolgens aan de schoudergordel te
trekken. Controleer dat de heupgordel zo laag mogelijk over de heupen van het kind wordt
gespannen, in de geleiders past en met een gesp wordt vastgemaakt. De schouderriem moet
zich tussen de schouder en nek van het kind uitstrekken. Zorg ervoor dat de riem geen druk
uitoefent op de nek van uw kind.
Tip! U kunt de hoogte van de hoofdsteun ook wijzigen wanneer het autostoeltje all zich in het
voertuig bevindt.
5.2 Installatie van een kinderzitje van de II / III-gewichtsgroep met een autogordel en extra
clips.
• Druk op de ISOFIX (I) -ontgrendelknop en schuif de ISOFIX (H) - clips zo ver mogelijk naar
buiten.
56