Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Scheppach 5911235904 Originalbetriebsanleitung Seite 122

Aufsitzrasenmäher
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Het apparaat genereert giftige uitlaatgassen zodra de
verbrandingsmotor is ingeschakeld. Deze gassen be-
vatten giftig koolmonoxide, een kleuren reukloos gas,
en andere schadelijke stoffen. De verbrandingsmotor
mag nooit in afgesloten of slecht geventileerde ruim-
tes in werking worden gezet.
De uitlaatgassen van de verbrandingsmotor worden
voor het linker achterwiel afgegeven. Tijdens het
maaien met het apparaat moet erop worden gelet,
dat dit gedeelte steeds schoon blijft en nooit wordt
afgedekt, zodat de uitlaatgassen niet opstuwen.
m werkzekerheid
Controleer het complete terrein waarop de machine
wordt gebruikt en verwijder alle stenen, stokken, ka-
bels, botten en andere voorwerpen die door de ma-
chine omhoog kunnen worden geslingerd. Hindernis-
sen (bijv. boomstronken, wortels) kunnen in het hoge
gras eenvoudig over het hoofd worden gezien.
Markeer daarom vóór het maaien alle in het gazon
verborgen vreemde voorwerpen (hindernissen) die
niet verwijderd kunnen worden.
Let op kuilen (gaten) in het terrein en andere onzicht-
bare gevaarlijke plekken. Hindernissen kunnen in het
hoge gras eenvoudig over het hoofd worden gezien.
Gebruik het apparaat uiterst behoedzaam wanneer
u in de buurt van hellingen, terreinkanten, sloten en
dijken werkt. Houd met name voldoende afstand tot
dergelijke gevarenzones.
Ga met name voorzichtig te werk op onoverzichtelij-
ke plekken, bosjes, bomen en andere hindernissen
waarachter zich personen, met name kinderen, of
dieren kunnen bevinden.
Stop de zitmaaier meteen en schakel de maaimessen
uit wanneer er iemand binnen het maaibereik komt.
Houd de zone vóór het voertuig voortdurend in de
gaten. Let op hindernissen om deze tijdig te kunnen
ontwijken.
Controleer voordat u achteruit rijdt altijd de zone ach-
ter de zitmaaier en koppel indien aanwezig het com-
bi-apparaat los. Maai nooit achteruit als dit niet beslist
noodzakelijk is. Wees bij het achteruit rijden bijzonder
voorzichtig en controleer voorafgaand aan het maai-
en het gehele gebied achter de zitmaaier grondig.
Laat als u met een groep aan het werk bent, de ande-
ren steeds tijdig weten wat u van plan bent. Neem de
veiligheidsafstand in acht!
Verlaag steeds de rijsnelheid voordat u van richting
verandert, zodat u altijd de machine onder controle
houdt en de zitmaaier ook niet kan kantelen.
122 | NL
 www.scheppach.com  service@scheppach.com  +(49)-08223-4002-99  +(49)-08223-4002-58
Let bij het werken in de buurt van wegen en bij het
oversteken van verkeerswegen op andere verkeers-
deelnemers.
Wees bijzonder voorzichtig bij het maaien in de buurt
van wegen, fietspaden en wandelpaden. Weggeslin-
gerde onderdelen kunnen ernstig letsel en zware
schade tot gevolg hebben.
m Omgaan met benzine
m Levensgevaarlijk! warmtebronnen. Explosie-
gevaar! Benzine is giftig en in hoge mate ont-
vlambaar.
Bewaar de brandstof uitsluitend in geschikte en goed-
gekeurde reservoirs (jerrycans). Schroef de tankdop-
pen van de jerrycans altijd goed erop en draai de
doppen stevig vast. Om veiligheidsredenen moeten
defecte afsluitingen worden vervangen.
Houd benzine uit de buurt van vuur, permanent vuur,
warmtebronnen en andere ontstekingsbronnen. Niet
roken!
Tank alleen in de buitenlucht en rook niet tijdens het
tanken.
Schakel de verbrandingsmotor voor het bijtanken uit
en laat deze afkoelen.
De benzine moet vóór het starten van de verbran-
dingsmotor worden bijgevuld. Bij een draaiende ver-
brandingsmotor of hete machine mag de tankdop niet
worden geopend en mag er geen benzine worden
bijgevuld.
Tankdop voorzichtig en langzaam openen. Wacht
de drukcompensatie af en verwijder pas daarna de
tankdop helemaal.
Gebruik voor het bijtanken een geschikte trechter of
een vulpijp, zodat er geen brandstof op de verbran-
dingsmotor en de behuizing of het gazon kan uitstro-
men.
Tank de brandstoftank niet te vol!
Vul de brandstoftank nooit tot boven de onderkant
van de vulplug, zodat de brandstof ruimte heeft om
uit te zetten. Volg ook de aanwijzingen in de gebruiks-
aanwijzing van de verbrandingsmotor op.
Als er benzine is overgelopen, mag u de verbran-
dingsmotor pas starten nadat u het met benzine ver-
ontreinigde oppervlak hebt gereinigd. Start de ver-
brandingsmotor niet voordat de benzinedampen zijn
verdampt (droog vegen).
Gemorste brandstof moet meteen worden afgeveegd.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Mr196-61

Inhaltsverzeichnis