Gebruiksaanwijzing
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale
bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Voor gebruik
Veiligheid vóór gebruik
Algemene veiligheid
•
Schakel altijd de machine uit, verwijder de
elektrische startknop (indien de machine
hiermee is uitgerust), wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand zijn
gekomen en laat de machine afkoelen
voordat u ze afstelt, schoonmaakt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en
weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
•
Controleer of de beschermplaten en
veiligheidsvoorzieningen zoals grasgeleiders
en/of de grasvanger op hun plaats zitten en naar
behoren werken.
•
Controleer de machine altijd om er zeker van te
zijn dat de messen en mesbouten niet versleten
of beschadigd zijn.
•
Controleer het werkgebied en verwijder alle
voorwerpen die het gebruik van de machine
zouden kunnen hinderen of die de machine zou
kunnen uitwerpen.
•
Contact met een bewegend mes veroorzaakt
ernstig letsel. Plaats uw vingers niet onder de
maaikast als u de maaihoogte instelt.
Brandstoftank vullen
•
Gebruik voor de beste resultaten uitsluitend
schone, verse, loodvrije benzine met een
octaangetal van 87 of hoger (indelingsmethode
(R+M)/2).
•
Met zuurstof verrijkte benzine met ten hoogste
10% ethanol of 15% MTBE is geschikt.
•
Geen ethanolmengsels van benzine gebruiken
(zoals E15 of E85) met meer dan 10% ethanol per
volume. Dit kan leiden tot verminderde prestaties
en/of motorschade die mogelijk niet gedekt wordt
door de garantie.
•
Geen benzine gebruiken die methanol bevat.
All manuals and user guides at all-guides.com
•
•
Vul de brandstoftank met verse loodvrije, normale
benzine van een bekend merk
Belangrijk:
moet u stabilizer/conditioner toevoegen aan de
verse brandstof volgens de voorschriften van de
fabrikant van de stabilizer.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor
voor verdere informatie.
10
Tijdens de winter geen brandstof bewaren in de
brandstoftank of in brandstofblikken, tenzij een
stabilizer aan de brandstof werd toegevoegd.
Meng nooit olie door benzine.
Om startproblemen te verminderen,
Figuur 9
(Figuur
9).
g230458