Husqvarna PRO011 Benutzerhandbuch Seite 34

Uitvoering op de helm gemonteerd
(Afbeelding B)
B 1: Linker en rechter oorbeschermer. De
gehoorkappen zijn zodanig ontworpen dat ze aan de
linkerkant of de rechterkant van de helm worden
geplaatst. De gehoorkap met de letter L moet zich aan de
linkerkant en de gehoorkap met de letter R moet zich aan
de rechterkant van de helm bevinden. Zorg dat ze op de
juiste manier zijn geplaatst.
B 2-3: De oorbeschermers afstellen. Trek de
oorkussens omlaag tot de onderkant van de beugel en til
het blad omhoog totdat de veer klikt (B2). Druk het
bevestigingsblad stevig in de sleuf aan de zijkant van de
helm, totdat deze vastklikt (B3). Maak de hoofdband los
van de achterkant van de helm, plaats de kabel van de
oorbeschermers over de bevestiging van de hoofdband
en stel de hoofdband opnieuw af. Zorg ervoor dat de
kabel niet in de knoop raakt.
B 4: Werkstand. Stel de oorbeschermers zo af dat ze
comfortabel zitten. Zorg ervoor dat de oorkussens de
oren goed omsluiten.
LET OP! De oorbeschermers dienen in lawaaierige
omgevingen altijd in de werkstand te worden gedragen.
B 5: Standby-stand. Trek de oorbeschermer van het oor
tot deze vastklikt in de standby-stand.
B 6: Parkeerstand. Zet de schelpen eerst in de standby-
stand en draai ze vervolgens omhoog naar de volgende
vaste positie. In deze stand raken de kussens niet
beschadigd, worden ze niet vuil en kan de binnenkant van
de schelpen drogen.
LET OP! Druk de gehoorkappen niet tegen de
helmschaal aan, omdat de veerkracht scheurtjes langs de
zijkant van de helm kan veroorzaken.
B 7: Opbergstand. Klap de gehoorbeschermers omlaag
en naar binnen wanneer de helm niet wordt gebruikt.
Radiofuncties
Algemeen
De gehoorkappen zijn voorzien van een geïntegreerde
ontvanger voor FM-radio, die op de FM-frequentieband
werkt.
Controleer of deze goed werkt voordat u hem gebruikt.
Als u vervormingen of defecten constateert, volg de
instructies voor onderhoud en vervanging van de
batterijen.
Functieknoppen (Afbeelding C)
Aan/uit
Schakel de elektronica in door op de toets (O) te drukken.
Houd dezelfde toets (O) 2 seconden ingedrukt om uit te
schakelen. (D1)
34 – Dutch
Producthandleiding
Het volume aanpassen
Bij het opstarten is de standaardmodus de volumemodus.
Pas het volume aan door kort op de knop (+) of (-) te
drukken. (C2)
Bij inschakeling staat het volume op dezelfde stand als de
laatste keer dat het product werd uitgeschakeld. Het
volume heeft vier vaste standen. Als de hoogste
volumestand is ingesteld, gaat het volume weer naar de
laagste stand als er weer op de toets wordt gedrukt.
Het radiostation instellen
Druk op de centrale knop (O) om naar de
radiofrequentiemodus over te schakelen. (C1)
De frequentieband voor FM-radio is 88-108 MHz. Er
wordt automatisch op stations afgestemd. Als u op de
gewenste richtingtoets omlaag (-) of omhoog (+) drukt,
gaat de radio naar het volgende station en stopt dan. De
radiofrequentiemodus schakelt automatisch terug naar
de volumemodus wanneer er gedurende meer dan 3
seconden geen actie is. U hoort een korte pieptoon als u
op een toets drukt. U hoort een lange pieptoon als het
einde van de frequentieband wordt bereikt. De FM-radio
begint bij het laatst gebruikte station. Dit geheugen wordt
gewist als de batterijen worden vervangen. (D2)
Naar een andere frequentie gaan
U gaat naar de laatste frequentie van de frequentieband
door de toetsen (+) en (O) gelijktijdig in te drukken en naar
de eerste frequentie door de toetsen (-) en (O) gelijktijdig
in te drukken.
Audio-ingang (AUX)
Dit product heeft één ingang, een stereoaansluiting van
3,5 mm, voor het aansluiten van een externe geluidsbron,
zoals een communicatieradio, jagersradio, mobiele
telefoon, cd-speler of radio.
Als er een oproep binnenkomt via de audio-ingang, wordt
de FM-radio automatisch gedempt en blijft deze gedempt
tot ongeveer 10 seconden na het einde van de oproep.
Indien er tijdens het gesprek een pauze is van meer dan
10 seconden, wordt de FM-radiofunctie automatisch
hersteld. Als het geluidssignaal niet meer dan 95 mVrms
(rms=kwadratisch gemiddelde van signaalsterkte) is, is
het geluidsniveau in de gehoorbescherming niet meer
dan 82 dB(A). (C3)
Beperking van het geluidsniveau
De output van de FM-radio wordt beperkt tot een
equivalent geluidsniveau van maximaal 82 dB(A).
Bij de berekening van de effectieve demping van de
gehoorbescherming moet er rekening worden gehouden
met de uitgangssignalen van het radioherstel. Het
berekende totale A-gewogen geluidsdrukniveau in de kap
mag niet meer dan 85 dB zijn.