Rijregelaar in bedrijf nemen, in-/uitschakelen
Let op, voorzichtig!
Plaats het modelvoertuig zo dat de aandrijfwielen geen contact maken met de grond of voorwer-
pen. Kom niet met uw vingers in de aandrijving. Blokkeer deze niet! Verwondingsgevaar!
Wanneer de trimming op de zender werd verplaatst, kan de motor onmiddellijk na het inschakelen
van de rijregelaar starten!
• Schakel de zender in en controleer vervolgens de accu- of batterijtoestand van de zender. Breng de trim-
ming voor de rij-/remfunctie in de middelste stand en controleer of de bedienhendel voor de rij-/remfunctie
in de neutrale positie staat.
• Plaats een rijaccu in het voertuig en verbind deze via de aansluitkabel (10) met de rijregelaar.
Waarschuwing!
Let op de juiste polariteit van de aansluitkabel van de rijregelaar: rood = plus (+); zwart = min (-).
Bij een verkeerde aansluiting kunnen rijregelaar en rijaccu worden vernield! Explosie-/verbran-
dingsgevaar!
Bij het aansteken van de volledig opgeladen accu kan bij de contacten van de contactdoos een
kleine vonk (knappend geluid hoorbaar) ontstaan. Dit is normaal aangezien op dit moment de
ingangscondensatoren van de rijregelaar een ogenblik met een hoge stroomimpuls worden gela-
den.
• Als de programmeerkaart aan de rijregelaar is aangesloten, ontkoppelt u deze van de rijregelaar.
• Schakel nu de rijregelaar in door kort op de bedientoets (9) te drukken.
Als dit nog niet is gebeurd, moet u bij de eerste ingebruikname eerst de neutraalstand en volgas-
posities voor vooruit en achteruit rijden programmeren. Dan moet de programmering van de
rijregelaar worden gecontroleerd en evt. worden veranderd.
In het bijzonder het inschakelen en de instelling van de onderspanningsuitschakeling bij gebruik
van een LiPo-rijaccu is absoluut noodzakelijk!
• Om de rijregelaar uit te schakelen moet u de bedientoets (9) enkele seconden ingedrukt houden.
De functie van de rijregelaar testen
Wanneer de bedienhendel voor de rij-/remfunctie op de zender zich in de middelste stand (neutraalstand)
bevindt, mogen de wielen van het model niet draaien.
Als u de bedienhendel voor de rij-/remfunctie in voorwaartse richting (in de richting van het handvat) be-
weegt, moeten de aangedreven wielen van het model voorwaarts draaien.
Beweeg vervolgens de bedienhendel uit de stand vooruit rijden zonder pauze in de richting achteruit rijden
(van het handvat van de zender wegschuiven). Nu moeten de aangedreven wielen van het model worden
afgeremd.
Om naar de achterwaartse rijrichting om te schakelen, laat u de bedienhendel in de middelste stand (neut-
raalstand) terugveren en beweegt u deze na een korte pauze in de richting achteruit rijden (van het handvat
wegschuiven). De aangedreven wielen van het model moeten nu in achterwaartse richting draaien.
Achteruit rijden is natuurlijk alleen mogelijk wanneer de rijregelaar overeenkomstig werd geprogrammeerd
(rijfunctie „FWD to Brake and Reverse" is geselecteerd). Bij de rijfunctie „Proportional Rev. Lock Out" moet
de gas-/remhendel zich minstens 2 seconden in de neutraalstand bevinden om vervolgens te kunnen ach-
teruit rijden.
Als de wielen precies in tegenovergestelde richting dan de voorheen beschreven functie draaien,
programmeert u de rijregelaar met de programmeerkaart om (functie „Motor Direction").
Het bij Brushless-motoren ook mogelijk omwisselen van 2 van de 3 aansluitkabels mag bij een
motor met sensorkabel niet voorkomen!
Informatie voor het gebruik
• De rijregelaar kan via de bedientoets (9) niet worden uitgeschakeld, wanneer de motor loopt. In geval van
fout (zender/ontvanger reageert niet meer), ontkoppelt u gewoon de accu van de rijregelaar.
• Wanneer de gas-/remhendel gedurende tenminste 4 seconden in de positie voor „Volgas achteruit" wordt
gehouden, schakelt de rijregelaar de motor uit.
• De LED in de bedientoets (9) heeft de volgende weergavefuncties:
Gas-/remhendel in de neutraalstand en motortiming is 0°: LED knippert rood
Gas-/remhendel in de neutraalstand en motortiming is > 0°: LED licht rood op
De motor loopt, maar de gas-/remhendel bevindt zich niet in de volgasstand: LED knippert groen
De gas-/remhendel bevindt zich in de volgaststand: LED licht groen op
• Als de onderspanningsbescherming geactiveerd is en de door de rijregelaar gemeten spanning onder-
schreden wordt, blijft het voertuig staan. Beëindig het gebruik van het voertuig om een diepontlading en
daarmee een mogelijke beschadiging van de rijaccu te vermijden.
• Wanneer de programmeerkaart aan de rijregelaar is aangesloten, is de motor omwille van veiligheidsre-
denen uitgeschakeld.
Stoppen
• Breng de gas-/remhendel in de neutraalstand en laat het voertuig uitrollen.
• Schakel de rijregelaar uit (bedientoets aan de rijregelaar gedurende 1 seconde ingedrukt houden).
• Ontkoppel de rijaccu volledig van de rijregelaar (dit moet ook worden uitgevoerd wanneer de rijregelaar
zich in geval van fout niet laat uitschakelen, zoals bij een bedrijfsstoring van de zender/ontvanger).
• Schakel pas daarna de zender uit.
All manuals and user guides at all-guides.com
Verhelpen van storingen
De rijregelaar werkt niet en de ventilator loopt niet.
• Zet de rijregelaar aan.
• Controleer de rijaccu en de bekabeling tussen rijaccu en rijregelaar.
• Sluit een volledig opgeladen rijaccu aan de rijregelaar aan en schakel de rijregelaar in.
De rijregelaar werkt niet en de ventilator loopt.
• Stel de trimming voor de rijfunctie in de middelste stand op de zender of programmeer de neutraalstand
De motor blijft plots staan.
• Ofwel bevindt het model zich buiten het zenderbereik en ontvangt geen stuursignaal van de ontvanger of
De motor reageert niet correct op de stuurbevelen van de zender.
• Controleer alle kabels en verbindingen op kabelbreuk of losse contacten.
• Programmeer de neutraalstand en de standen voor volgas voor vooruit/achteruit rijden opnieuw.
• Controleer de programmering van de rijregelaar (met de programmeerkaart).
Onderhoud en verzorging
De rijregelaar is onderhoudsvrij, open deze niet.
Voor het reinigen moet de rijregelaar worden uitgeschakeld en moet de rijaccu volledig van de rijregelaar
worden losgekoppeld. Indien u met het voertuig hebt gereden, laat u de rijregelaar volledig afkoelen.
Reinig de rijregelaar vb. met een langharige, schone borstel en een stofzuiger. Sprays met perslucht kunnen
ook zeer nuttig zijn.
Afvoer
a) Algemeen
b) Batterijen en accu´s
U bent als eindverbruiker volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu's in te
leveren; verwijdering via het huisvuil is niet toegestaan!
Lege batterijen en niet meer oplaadbare accu´s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw
gemeente, onze filialen of andere verkooppunten van batterijen en accu´s.
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen voor afvalscheiding en draagt u bij aan de bescherming van
het milieu.
Technische gegevens
Passend voor voertuigschaal ........................Buggy- of Touringcar modelvoertuigen: 1:10 of 1:12
Cellenaantal NiMH .........................................4 - 9
Cellenaantal LiPo ..........................................2 - 3
Functies .........................................................Proportioneel vooruit, remmen, proportioneel achteruit (achte-
BEC-uitgang ..................................................6 V/DC, 3 A
Permanente stroomsterkte ............................60 A
Maximumstroom ............................................380 A (< 1 s)
Motorgegevens ..............................................Brushless-motor met sensoraansluiting, 10,5 turns, 3250 KV
Afmetingen ....................................................Rijregelaar incl. Ventilator: 39 x 38 x 32 mm (L x B x H)
Totaal gewicht ................................................ca. 245 g (motor, rijregelaar, ventilator, sensorkabel)
en de volgasstanden voor vooruit/achteruit rijden opnieuw.
werd de onderspanningsuitschakeling van de rijregelaar geactiveerd.
Het product hoort niet thuis in het huishoudelijk afval.
Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen voor
afvalverwerking inleveren.
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, zijn gemarkeerd met nevenstaand symbool.
Deze mogen niet via het huisvuil worden afgevoerd. De aanduidingen voor zwaarmetalen zijn:
Cd=cadmium, Hg=kwikzilver, Pb=lood (aanduiding staat op de batterij/accu bijv. onder het links
afgebeelde containersymbool).
Crawlermodelbouwvoertuigen: 1:10 of 1:8
ruit rijden is uitschakelbaar)
Motor: 36 x 53 mm (Ø x L, zonder aandrijfas)
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, micro-
verfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de
uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
V1_0615_01_DT