h) Functie G8 „TEMP CALIBRATE"
In deze functie is het mogelijk om de temperatuur aan de hand
van een referentiewaarde te kalibreren, resp. een temperatuur-
offset in te stellen.
Ervan uitgaand dat de temperatuuraanduiding van een andere
thermometer +22,0 °C aangeeft en de aanduiding van de univer-
sele thermostaat +21,8 °C, dan kunt u in de functie G8 een offset
van +0,2 °C instellen. Vervolgens verschijnt op het scherm van de
universele thermostaat eveneens +22,0 °C.
De functie kan ook worden gebruikt om de kamertemperatuur
overeenkomstig te verhogen of verlagen. Als de temperatuur-
sensor vb. nabij de vloer is geplaatst, is de kamertemperatuur
daar anders als op 1m of 2m hoogte. Door de simpele instelling
van een offset kan dan de sturing van de aangesloten verbruiker
worden beïnvloed zonder de programmering in de functie G2 om-
slachtig te moeten veranderen.
Ga als volgt te werk:
1.
Na de selectie van functie G8 „TEMP CALIBRATE" en beves-
tiging met de toets „OK" (2) knippert de offset-temperatuur-
waarde.
2. Stel met de toetsen „–" (5) en „+" (6) de gewenste offset in
(bereik -5,0.....+5,0 °C).
3. Bevestig de instelling met de toets „OK" (2).
De universele thermostaat bevindt zich daarop opnieuw in
het vorige menu ter selectie van de functies.
Om het menu te verlaten en naar de normale weergave terug
te keren, drukt u evt. meermaals op de toets „MENU" (3).
Als een andere waarde dan 0,0 °C werd ingesteld, werd de tem-
peratuurweergave op het scherm met de ingestelde waarde ver-
hoogd, resp. verlaagd.
95