Installatie; Veiligheid; Algemene Veiligheidsaanwijzingen; Voorschriften, Normen En Bepalingen - STIEBEL ELTRON ETS 200 Bedienungsanleitung

INSTALLATIE

Veiligheid

INSTALLATIE
7. Veiligheid
Installatie, ingebruikname, onderhoud en reparatie van het toestel
mogen alleen door een gekwalificeerde installateur uitgevoerd
worden.
7.1

Algemene veiligheidsaanwijzingen

Wij waarborgen de goede werking en de bedrijfszekerheid uit-
sluitend bij gebruik van originele onderdelen en vervangingson-
derdelen voor het toestel.
7.2

Voorschriften, normen en bepalingen

WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin-
gen en montage uit conform de voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok
Aansluiting op het elektriciteitsnet is alleen als vaste
aansluiting mogelijk.
Het toestel moet op alle polen met een afstand van
minstens 3 mm van het stroomnetwerk kunnen worden
losgekoppeld.
Materiële schade
Houd rekening met de specificaties op het typeplaatje.
De aangegeven spanning moet overeenkomen met de
netspanning.
Vul het toestel met de hoeveelheid verbruiksstoffen voor
nominaal verbruik.
Materiële schade
Zet het toestel zo vast aan de wand of op de vloer dat de
stabiliteit is gewaarborgd.
Materiële schade
Neem alle nationale en regionale voorschriften en be-
palingen in acht.
www.stiebel-eltron.com
8.

Toestelbeschrijving

9
8
7
6
5
4
1 afdekplaat
2 RADIATOREN
3 Ventilator (M1)
4 Veiligheidsthermostaat (N5)
5 Luchttoevoerrooster
6 Luchtafvoerrooster
7 Isolatie
8 Accumulatorstenen
9 Voorwand en inwendige voorwand
8.1

Werkwijze

De accumulatorstenen worden met behulp van de tussen de rijen
accumulatorstenen liggende verwarmingselementen verhit. Met
de oplaadregelaar wordt het opladen traploos ingesteld. Begin
en duur van de oplaadtijd worden door het desbetreffende ener-
giebedrijf bepaald.
Twee ingebouwde veiligheidsregelaars en een beveiliging tegen
oververhitting beschermen het toestel tegen oververhitting. De
veiligheidsthermostaat heeft een automatische resetfunctie, maar
de oververhittingsbeveiliging moet na het verhelpen van een sto-
ring door middel van het indrukken van de midden op de bevei-
liging aangebrachte knop worden gereset.
De opgeslagen warmte wordt met behulp van een ventilator en
gedeeltelijk via het oppervlak van het toestel afgegeven. Daarvoor
wordt de lucht uit de ruimte waarin het toestel zich bevindt, met
behulp van de ventilator door het luchttoevoerrooster aangezo-
gen en door de luchtkanalen van de accumulatorstenen geblazen,
waarbij dit wordt verhit.
Voordat de op die manier verwarmde lucht weer door het lucht-
afvoerrooster uitstroomt, wordt deze via twee luchtmengkleppen
met koudere lucht uit de ruimte vermengd, zodat de uitstromen-
de lucht de maximaal toelaatbare temperatuur niet overschrijdt.
De stand van de luchtmengklep en dus de mengverhouding van
warme en koude lucht, wordt gestuurd met een bimetaalregelaar.
1
2
3
ETS 200-700 | 69