Life & Mobility Primo 3 Gebrauchsanweisung Seite 13

Gebruik algemeen
Inschakelen
1. Steek de sleutel in het contactslot (O)*.
2. Draai de sleutel een kwartslag rechtsom.
3. Wacht totdat de LED bar oplicht.
De scootmobiel is nu klaar om te rijden.
Snelheid
De snelheid is in te stellen om verschil te
maken tussen gebruik binnenshuis en gebruik
buitenshuis.
Waarschuwing
ƒ Doseer uw snelheid vóórdat u een bocht
instuurt. De bochten snelheids begrenzer
zal uw snelheid pas aanpassen als de bocht
scherp is. De scooter kan kantelen.
ƒ Ondanks de kleine draaicirkel van de
scootmobiel kan het indraaien van liften
of deuren moeilijk zijn. Zorg dat u altijd de
juiste lage snelheidsinstelling gebruikt voor
kort manoeuvreren.
Let op
ƒ Doseer uw snelheid met de gas hendel. De
snelheidsinstelling bepaalt hoe hard u rijdt
als u de gashendel volledig inknijpt.
ƒ Controleer of de weg achter u vrij is tijdens
het achteruit rijden.
De scootmobiel rijdt langzamer achteruit
ƒ
dan vooruit.
Tijdens het achteruit rijden klinkt er een
ƒ
geluidssignaal.
ƒ Op verzoek kan uw leverancier de (wijze van)
bediening van de gashendel wijzigen.
De maximale snelheid is (HI) 12 km/u. Uw
leverancier heeft de mogelijkheid om de
snelheidsinstelling naar beneden aan te
passen.
NL24
O
Contactslot
* Deze bevindt zich links of
rechts, afhankelijk van hoe de
scootmobiel is afgesteld.
S
c
T
b
a
U
V Z
W Y
d
X
R2
R
R1
Gebruik algemeen
Draai aan de knop (c) om het niveau van de
maximale snelheid aan te passen.
Kies voor iedere situatie een geschikt snel heids-
niveau.
Vooruit en achteruit rijden
1. Knijp de gashendel (R1)* langzaam in.
De scootmobiel gaat vooruit rijden.
2. Knijp de gashendel verder in.
De scootmobiel gaat sneller vooruit rijden.
3. Laat de gashendel los.
De scootmobiel stopt. De remlichten lichten
op.
4. Gebruik de gashendel (R2)* om achteruit te
rijden.
Stand-by toets / stoptoets
De stand-by toets / stoptoets (S) heeft twee
functies:
ƒ De scootmobiel wordt tijdelijk 'uitgezet'.
U kunt dan zonder de contactsleutel om
te draaien veilig over uw stuur reiken.
De rijbediening is uitgeschakeld zodat
onbedoeld wegrijden niet mogelijk is.
ƒ Gebruikt u de stand-by toets / stoptoets tij-
dens het rijden, dan komt u sneller tot stilstand.
Verlichting
1. Druk op toets (a) om de verlichting in of uit
te schakelen.
2. Druk op toets (W) of (Y) om de richting aan-
wijzers aan of uit te zetten.
3. Druk op de toets (U) om de alarm lichten in
of uit te schakelen.
* Deze bevindt zich links of rechts, afhankelijk
van hoe de scootmobiel is afgesteld.
NL25