Inhaltsverzeichnis
Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Stap 4:
Montage van de zadelsteunbuis (49) op het frame (1) door middel
van de zadelsteunbuisschroef (47).
1.
De zadelsteunovertrek (43) op de zadelsteunbuis (49) schuiven.
De zadelsteunbuis (49) in de daarvoor voorziene opname van het frame
(1) steken en in de gewenste positie door middel van de
zadelsteunbuisschroef (47) vastzetten.
(opgepast! Om de zadelsteunbuisschroef(47) in te draaien moeten
het de tap in het frame (1) en één van de gaten in de zadelsteunbuis
(49) boven elkaar staan. Bovendien moet erop gelet worden dat de
zadelsteunbuis (49) niet over de gemarkeerde, maximum instelpositie
uit het frame getrokken wordt. De instelling van de zadelsteunbuis
kan later willekeurig veranderd worden). Instellen zithoogte: De
zithoogte is correct, wanneer de knie licht gebogen is, bij een
loodrechte stand naar beneden van de onderste pedaal, waarbij uw
voet dan parallel loopt met de bodem.
STAP 5:
Verbinding van de computerkabels incl. sensor (45) met de
computerkabel (54), verbinding van de Bowdenkabel van de
weerstandsinstelling (38) met de Bowdenkabel (36) en montage van de
stuurbuis (56) op het basisframe (1) met behulp van de inbusbouten
M8x15 (55), de tussenringen 8//20 (19) en de veerringen voor M8 (72).
1.
Het onderste uiteinde van de stuurbuis (25) naar het basisframe (1)
leiden. De uiteinden van de beide computerkabels (45) en (54) die uit
(1) en (25) steken verbinden.
2.
Nadat de kabelverbindingen tot stand gebracht werden, de Bowenkabel
(38) langs onder door de stuursteunbuis (25) schuiven en uit de opening
aan het bovenste uiteinde van de buis trekken. Vervolgens de
stuursteunbuis (25) op het basisframe (1) spelden.
(Opgelet! Let erop dat bij de montage van de buizen de kabel-
en Bowdenkabelverbindingen niet gekneld worden.
3.
De bouten allemaal voorzien van een veerring en een tussenring. De
bouten door de gaten in de stuurbuis steken, in de schroefdraadgaten
van het basisframe (1) draaien tot ze stevig vastzitten.
4.
De beide uiteinden van Bowdenkabels (36) en (38) zoals in onderstaande
afbeelding monteren (A+B).
(Let op! Het is aan te bevelen bij deze montage de weerstandsinstelling
op de hoogste stand in te stellen, omdat dan de Bowdenkabel zo ver
mogelijk uit de ommanteling steekt).
Wanneer het vanuit de fabriek ingestelde trapweerstandsbereik van
het apparaat na enige trainingstijd te zwaar of te licht blijkt te zijn, kan
deze met behulp van de Bowdenkabel worden gewijzigd. Daarvoor
moet u op de Bowdenkabel moer losdraaien, het schroefdraadgat
draaien en in de nieuwe positie met moer weer vastdraaien. Daarbij
geldt: Hoe verder in het bereik van de U-haak wordt gedraaid, des te
groter de weerstand wordt en omgekeerd.)
Nadat de verbinding tot stand gebracht werd, de weerstandinstellende
eenheid (36) in de opening van de stuursteunbuis (25) plaatsen en door
middel van de schroef (35) borgen.
Stap 6:
Montage van het stuur (40) aan de stuursteunbuis (25) door middel
van de slotschroef M8x90(57), de veerring voor M8 (72), de
onderlegschijfje 8//20 (19) en de Moer stervormige handgreep (62).
1.
De stuurinrichting (40) naar de hiervoor voorziene steunbuis (25) lei-
den en zodanig uitlijnen dat de gaten van de stuurinrichting en van de
steunbuis van de stuurinrichting overeenstemmen. In de opening
telkens de slotschroef (57) indraaien en met de onderlegschijfje (19),
de veerring (72) en de moer stervormige handgreep (62) stevig
aantrekken.
22
Werbung
Inhaltsverzeichnis
