nl
GEVAAR!
Risico op letsel door snijmessen!
Bij verplaatsing van het apparaat moet
de messenschijf van het lichaam van-
daan zijn gericht.
Reinigen
GEVAAR!
Risico op letsel door snijmessen!
Bij verplaatsing van het apparaat moet
de messenschijf van het lichaam van-
daan zijn gericht.
1
De robotmaaier eenmaal per week grondig
reinigen met een handborstel of een poets-
doek.
Door niet verwijderde vervuiling kan de
werking verslechteren.
2
Eenmaal per week de maaimessen (13-6)
controleren op beschadigingen.
Schade aan elektra/elektronica door
ondeskundige reiniging!
De robotmaaier niet reinigen met een
hogedrukreiniger of onder stromend
water. Het binnendringende water kan
de schakelaars, accu, motor of printplaat
vernielen.
Aansluitcontacten controleren
1
De contactvlakken (11-1) op de robotmaaier
bij vervuiling met een doek reinigen.
Sporen van inbranding op de contact-
vlakken wijzen op een slechte aansluit-
ing met de lader.
De veren op het basisstation naar
buiten buigen (11-1).
Chassis reinigen
1
De grasvanger (13-5) en de geleider (13-7)
grondig reinigen met een handborstel of een
poetsdoek.
Wielen controleren op vrije beweging
1
Eenmaal per week de directe omgeving ron-
dom de wielen (13-1) grondig reinigen met
een handborstel of doek.
2
De wielen (13-1) controleren op onbelem-
merd zwenken en ronddraaien.
Als de wielen (13-1) niet vrij bewegen,
moeten ze gangbaar worden gemaakt of
worden vervangen.
56
Basisstation controleren
1
De stroomkabelstekker losmaken van de
transformator.
2
De contacten (11-1) op het basisstation con-
troleren op vervuiling en eventueel met een
doek reinigen.
3
De contacten richting basisstation drukken
en loslaten.
De contacten moeten weer terugveren in
de uitgangspositie.
Als de contacten niet terugveren in de
uitgangspositie, laat dan controleren of
repareren door uw dealer, technicus of
servicepartner.
Opslag
Vόόr opslag (winter) van de robotmaaier moet u
volgende handelingen uitvoeren:
Batterij volledig opladen.
Batterij uit de robotmaaier nemen.
Robotmaaier reinigen.
Beschadigde messen vervangen.
Robotmaaier opslaan in een droge, vorstvrije
ruimte.
REPARATIE
Reparatiewerkzaamheden
worden uitgevoerd in de vakhandel of op onze
Servicevestigingen.
Reparatiewerkzaamheden zijn alleen toegestaan
met originele onderdelen.
Messen vervangen
1
Robotmaaier uitschakelen (3-7).
2
De robotmaaier omkeren met de messen
naar boven toe.
3
De schroeven losdraaien met sleutelmaat
SW 5.5.
4
De messen (13-6) uit de meszitting trekken.
5
De meszitting reinigen met een zacht bors-
teltje.
6
De nieuwe messen plaatsen en met de schroe-
ven weer vast draaien.
De wegruimmessen hoeven over het al-
gemeen niet worden vervangen.
Als ernstige vervuiling niet met een borstel kan
worden verwijderd, moet de messenschijf (13-3)
worden vervangen, anders kan onbalans zorgen
voor extra slijtage en een verstoorde werking.
Onderhoud
mogen
uitsluitend
Robotmaaier