5.
Druk op [DEC] om de 'MUTE' instelling te selecteren.
De Pads kunnen ook gebruikt worden om de track muting te
veranderen.
→ ' 8 TRACK MUTE (De Pads gebruiken om tracks tijdelijk
stil te maken) ' (p.197).
Toegang tot het Mixer scherm
Voor een song die in de Studio mode is gecreëerd, kan het Studio
mode Studio Play scherm gebruikt worden om het volume van elk
interne geluidsgenerator Part en elke geluidstrack aan te passen.
Details over bediening vindt u bij 'Het Studio Play scherm
weergeven' (p.66).
Het afspeeltempo van de song
veranderen
Wanneer een song wordt afgespeeld, wordt het tempo door de data
in de tempo y=track bepaald, maar het tempo van de algehele song
kan ook tijdens het afspelen worden bijgesteld. Deze aanpassing
'
wordt het ' afspeeltempo
genoemd.
Het afspeeltempo is een tijdelijke instelling. Deze zal verloren
gaan als u naar een andere song overgaat of het apparaat uitzet.
Als u wilt, dat de song altijd op dit tempo wordt afgespeeld,
moet de song opnieuw worden opgeslagen (p.254).
1.
Druk op [TEMPO].
Het Tempo venster verschijnt.
fig.17-004_50
2.
Draai aan de VALUE draaiknop of gebruik [INC] [DEC] om
het afspeeltempo te specificeren. Door [SHIFT] ingedrukt te
houden en aan de VALUE knop te draaien kunnen
nauwkeurigere aanpassingen onder het decimale punt
gemaakt worden.
• Als u op [F7 (Click)] drukt om dit aan te zetten, zal een
klikgeluid op het gespecificeerde tempo te horen zijn. De klik
wordt, elke keer dat de knop wordt ingedrukt, aan of uitgezet.
• U kunt het tempo specificeren door op het gewenste interval op
[F6 (Tap Tempo)] te drukken (Tap Tempo). Druk minimaal drie
keer op de knop, op intervallen van kwartnoten van het
gewenste afspeeltempo.
3.
Nadat de instellingen zijn gemaakt, drukt u op [F8 (Close)].
Een song afspelen
207