Elektrische Installatie; Hoofdstuk - Maggi STEFF 2034 Allgemeine Informationen

2-5 ELEKTRISCHE INSTALLATIE

Het aanvoerapparaat
met de electrische systemen en
netvoedingsnoer dat moet worden
aangesloten. De aansluiting aan de
bewerkingsmachine moet worden
g e m a a k t m e t
voedingskabel, voorzien van een
bescherming tegen kortsluiting en
PT
NL
overbelasting, waarvan de zekeringen
geschikt zijn voor de netspanning en
het door d e aanvoerapparaat
opgenomen vermogen. De installatie
van de bewerkingsmachine moet door
s pec i a al d aa r vo o r
personeel worden uitgevoerd, zij
moeten alle aanwijzingen uitvoeren
die in deze handleiding voor gebruik
en onderhoud zijn gegeven.
Het aanvoerapparaat
worden met een
frequentie zoals aangegeven op het
typeplaatje dat met op de motor vindt.
172
Voordat men het aanvoerapparaat op
het voedingsnet aansluit moet men
wordt geleverd
controleren dat deze voorzien is van
een deugdelijk aardsysteem.
Het aansluitpunt op het electrische net
moet voorzien zijn van alle door de
w e t
e e n s p e c i a l e
veiligheidsvoorzieningen.
Indien
verlengkabels te gebruiken, moet men
controleren dat de gebruikte kabels
dik genoeg zijn om de door het
aanvoerapparaat
te kunnen geleiden; zorg verder dat
c om pet en t
de verlengkabel zo kort mogelijk is.
Men moet ervoor zorgen dat het
aanvoerapparaat uitsluitend door een
gewilde handeling kan opstarten, door
middel van een speciaal daarvoor
moet gevoed
bestemde voorziening.
spanning en
Zie schakelschema in hoofdstuk 5.
v o o r g e s c h r e v e n
het noodzakelijk is
opgenomen stroom
OPGELET
Indien men de stop- en/of de
stilstandsvoorziening
bewerkingsmachine bedient, moet
daardoor het aanvoerapparaat tot
stilstand komen.
OPGELET
Ingrepen op de
om
installatie mogen uitsluitend door
gespecialiseerd personeel worden
uitgevoerd!
van de
electrische