Veiligheidsinstructies - Monacor IMG STAGELINE CU-6DMX Bedienungsanleitung

CU-6DMX
Bestelnummer 38.6240
LED-controller /
NL B
DMX-interface
Lees deze bedieningshandleiding grondig door,
alvorens het apparaat in gebruik te nemen, en
bewaar ze voor latere raadpleging.
1 Toepassingen
De 6-kanaals controller CU-6DMX dient voor
het gemeenschappelijk aansturen van twee led-
stroken met RGB-ledʼs die een bedrijfsspanning
tussen 12 V en 24 V nodig hebben (b.v. LEDS-
5 / RGB van MONACOR). De besturingsprogram-
maʼs, de processnelheid van de programmaʼs en
de led-lichtsterkte worden via de bijgeleverde
infraroodafstandsbediening ingesteld.
U kunt de CU-6DMX ook gebruiken als DMX-
interface om de lichtsterkte van led-stroken met
een DMX-lichtregelaar te moduleren. Voor het
gebruik met een DMX-lichtbesturingspaneel kunt
u twee bedrijfsmodi selecteren:
– Bij regeling via 3 DMX-kanalen kunnen twee
keer drie kleuren tegelijk worden gemoduleerd
(b.v. om voor twee RGB-led-stroken dezelfde
lichtsterkte in te stellen).
– Bij regeling via 6 DMX-kanalen kunt u zes kleu-
ren gescheiden aansturen (b.v. om voor twee
RGB-led-stroken of voor maximaal zes enkel-
kleurige led-stroken verschillende lichtsterkten
in te stellen).

2 Veiligheidsinstructies

Het apparaat is in overeenstemming met alle rele-
vante EU-Richtlijnen en is daarom met
merkt.
WAARSCHUWING Weet dat stroboscoopeffecten
en zeer snelle licht- en kleur-
wisselingen bij fotosensibele
mensen en epileptici epilepti-
sche aanvallen kunnen veroor-
zaken!
G
Het toestel is enkel geschikt voor gebruik bin-
nenshuis; vermijd uitzonderlijk warme plaatsen
en plaatsen met hoge vochtigheid (toegestaan
omgevingstemperatuurbereik: 0 – 40 °C).
G
Gebruik voor de reiniging uitsluitend een droge,
zachte doek. Gebruik in geen geval chemicaliën
of water.
G
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
verkeerde aansluiting, foutieve bediening, over-
belasting of van herstelling door een niet-ge-
kwalificeerd persoon vervalt de garantie en de
verantwoordelijkheid voor hieruit resulterende
materiële of lichamelijke schade.
Wanneer het apparaat definitief uit
bedrijf wordt genomen, bezorg het dan
voor milieuvriendelijke verwerking aan
een plaatselijk recyclagebedrijf.
Œ
1
3 Ledʼs en netadapter aansluiten
Sluit de ledʼs voor de uitgangskanalen 1 tot 3 aan
op de linker klemmenlijst OUTPUT (4) en de ledʼs
voor de uitgangskanalen 4 tot 6 aan de rechter
klemmenlijst OUTPUT (6):
OUTPUT (4) links
R rood 1* of kleur 1
G groen 1* of kleur 2
B blauw 1* of kleur 3
+ gemeenschappelijke positieve pool
* bij RGB-led's
Belangrijk! Zorg dat de CU-6DMX door de ledʼs
niet overbelast wordt: de belasting per uitgangs-
kanaal mag niet groter zijn dan 5 A; de totale
belasting mag niet groter zijn dan 10 A.
Voor de voedingsspanning gebruikt u een gestabi-
liseerde netadapter. Stel de netadapter in op de
bedrijfsspanning van de ledʼs (min. 12 V , max.
24 V ). Hij moet de stroom kunnen leveren die
nodig is voor de werking van de ledʼs plus een voe-
dingsspanning van ca. 45 mA voor de CU-6DMX.
Sluit de netadapter aan op het linker of het rech-
ter klemmenpaar INPUT (3 of 5).
geken-
4 Bediening met DMX-lichtregelaar
4.1 DMX-aansluiting
Voor de DMX-verbinding zijn er 3-polige XLR-
aansluitingen (2) voorzien:
pen 1 = massa, pen 2 = DMX-, pen 3 = DMX+
Voor de aansluiting moeten speciale kabels voor
hoge gegevensstromen worden gebruikt. Nor-
male afgeschermde microfoonkabels met een lei-
dingdiameter van ten minste 2 × 0,22 mm
zo gering mogelijke capaciteit zijn alleen bij een
totale kabellengte tot 100 m aan te bevelen. Bij
kabellengten vanaf 150 m is het aanbevolen om
een DMX-ophaalversterker tussen te schakelen
(b.v. SR-103DMX van "img Stage Line").
1) Verbind de ingang DMX IN met de DMX-uit-
gang van de lichtregelaar.
2) Verbind de uitgang DMX OUT met de DMX-
ingang van het volgende CU-6DMX-apparaat
of van het volgende DMX-gestuurde apparaat.
Verbind de uitgang hiervan opnieuw met de
ingang van het nageschakelde apparaat etc.,
tot alle DMX-apparaten in een ketting zijn aan-
gesloten.
3) Om storingen bij de signaaloverdracht uit te
sluiten, moet u bij lange leidingen of bij een
2
®
MONACOR INTERNATIONAL GmbH & Co. KG • Zum Falsch 36 • 28307 Bremen • Germany
©
Copyright by MONACOR INTERNATIONAL. All rights reserved.
veelvoud van aaneengesloten apparaten de
DMX-uitgang van het laatste apparaat in de
ketting afsluiten met een weerstand van 120 Ω
(> 0,3 W): steek een geschikte afsluitstekker
(b.v. DLT-123 van "img Stage Line") in de uit-
gangsbus.
OUTPUT (6) rechts
Behalve de XLR-aansluitingen zijn er ook RJ-45-
aansluitingen (1) die telkens als DMX-ingang en -
rood 2* of kleur 4
uitgang gebruikt kunnen worden (penaansluiting
groen 2* of kleur 5
opschrift op apparaat).
blauw 2* of kleur 6
4.2 Bedrijfsmodus instellen
Via schakelaar nr. 10 van het DIP-schakelblok (8)
kunt u het apparaat op twee verschillende
bedrijfsmodi instellen.
Voor het regelen via 3 DMX-kanalen plaatst u de
schakelaar nr. 10 in de bovenste stand:
DMX- regeling van de lichtsterkte via de DMX-waarden
Kanaal 0 (donker) ... 255 (max. lichtsterkte)
uitgangskanaal 1 (rood 1* of kleur 1) en
1
uitgangskanaal 4 (rood 2* of kleur 4)
uitgangskanaal 2 (groen 1* of kleur 2) en
2
uitgangskanaal 5 (groen 2* of kleur 5)
uitgangskanaal 3 (blauw 1* of kleur 3) en
3
uitgangskanaal 6 (blauw 2* of kleur 6)
* bij RGB-led's
Voor het regelen via 6 DMX-kanalen plaatst u
Aansluitingsvoorbeeld:
schakelaar nr. 10 in de onderste stand:
Aansluiting van twee
RGB-led-stroken die voor
DMX- regeling van de lichtsterkte via de DMX-waarden
de werking een gelijk-
Kanaal 0 (donker) ... 255 (max. lichtsterkte)
spanning van 12 V nodig
1 uitgangskanaal 1 (rood 1* of kleur 1)
hebben.
2 uitgangskanaal 2 (groen 1* of kleur 2)
3 uitgangskanaal 3 (blauw 1* of kleur 3)
4 uitgangskanaal 4 (rood 2* of kleur 4)
5 uitgangskanaal 5 (groen 2* of kleur 5)
6 uitgangskanaal 6 (blauw 2* of kleur 6)
* bij RGB-led's
4.3 Het startadres instellen
Om de CU-6DMX van de lichtregelaar te kunnen
aansturen, moet het DMX-startadres voor zijn
1ste DMX-kanaal worden ingesteld. De volgende
DMX-kanalen zijn dan automatisch aan de vol-
gende adressen toegewezen.
Het startadres wordt als binair getal via de scha-
2 en een
kelaars nr. 1 tot 9 van het DIP-schakelblok (8)
ingesteld. Aan elke schakelaar wordt een plaats-
waarde overeenkomstig de binaire code toege-
wezen. Door de plaatswaarden op te tellen van de
schakelaars die in de bovenste positie zijn
geplaatst, verkrijgt u het startadres.
Na het instellen van het startadres, schakelt u de
voedingsspanning voor de CU-6DMX in om het
apparaat in gebruik te nemen. U kunt de aange-
sloten ledʼs nu via de lichtregelaar bedienen. De
ontvangst van de besturingssignalen via de DMX-
ingang wordt oplichten van de led "ON" (7) weer-
gegeven.

3 4 5
Voorbeeld: Startadres 5
Schakelaars nr. 3 en nr. 1 in de boven-
ste stand (plaatswaarden 4 + 1)
6 7 8
A-1355.99.01.09.2012