Gebruikersinstructies Triwing Versie B-C-D; Aftakas; Tandwielkast; Mechanische Controle - Perfect TRIWING Betriebsanleitung

2. Uitgeklapt afkoppelen.
-
Vergrendel de stelpoten(rode pijl) op de gewenste hoogte.
-
Check of de beide maaier verticaal staan en controleren of de transportbeveiliging(groene pijl) van beide
armen is ontgrendeld, zodat de armen kunnen
uitklappen.
-
Laat de gehele machine op de grond zakken.
-
Positioneer P1, P2 en P3 in Free Flow en
ontkoppel deze van de tractor.
-
Ontkoppel het aftakas van de tractor.
-
Ontkoppel de topstang en hefarmen van de
tractor.

1.4.2 Gebruikersinstructies Triwing versie B-C-D

(volgt nog)

1.4.3 Aftakas

De meegeleverde aftakas heeft een totale (ingeschoven) lengte van 1050 mm. Deze lengte is voor het merendeel van de
trekkers correct. Het verdient echter aanbeveling om vóór de ingebruikname van de machine de lengte van de aftakas te
controleren en indien nodig deze in te korten volgens de aan de aftakas bevestigde gebruiksaanwijzing. Controleer de
aftakas lengte zowel in het midden alsook in de verstekpositie (bij het machines met parallellogram verstek), doe dit ook
wanneer machine opgetild is.
Controleer of de diverse beschermingselementen steeds minimaal 50 mm. overlappen.
Bij aankoppeling van de aftakas dient de bescherming tegen meedraaien te worden geborgd d.m.v. de kettinkjes.
Wanneer de machine afgekoppeld is kan de aftakas m.b.v. de daarvoor bestemde ketting aan de 3-punt beugel
opgehangen worden. Dit voorkomt vervuiling van de aftakas.

1.4.4 Tandwielkast

Om olieverlies tijdens het transport van de fabriek naar de eindgebruiker te voorkomen is tijdelijk de ontluchter
vervangen door een kunststof plug.
Voor ingebruikname moet deze kunststof plug vervangen worden door de meegeleverde ontluchter. Tijdens het transport
is de ontluchter aan de drijfas van de tandwielkast vastgebonden.
1.5

Mechanische controle

Controleer voor iedere ingebruikname de volgende punten:
•
de machine én de trekker op bedrijfs- en verkeersveiligheid
•
of alle bouten en moeren voldoende vast zitten. Indien nodig opnieuw vastdraaien
• het oliepeil van de tandwielkast (zie hoofdstuk 1.9)
• de V-snaarspanning (zie hoofdstuk 1.10)
• de staat van de klepels en de balans van de klepelas (zie hoofdstuk 1.11)
• de smeerpunten (zie hoofdstuk 1.12)
1.6

Rijsnelheid

Afhankelijk van de begroeiing, de bodem- en verdere werkomstandigheden wordt een rijsnelheid van 4 tot maximaal 8
km/uur aanbevolen.
15