Instellen Maaihoogte; Positionering Voor Wegtransport; Positionering Vanuit Transport Naar Werkstand - Perfect TRIWING Betriebsanleitung

• Kies de gaten voor de hefarmen en topstang zo dat de topstang praktisch parallel loopt met de hefarmen.
Hierdoor blijven de maaier bij het opheffen praktisch waterpas wat het gebruikers gemak ten goede komt.
• De hoogte positie van het midden frame op de steunpoten is de ideale hoogte tijdens bedrijf.
De maaihoogte kunt U instellen m.b.v. de looprol van de maaiers.
Men kan de maaihoogte evt. nog fijn afstellen door het inkorten / verlengen van de topstang, machines voorover /
achterover te kantelen.
1.4.1.3

Instellen maaihoogte

De maaihoogte kunt U instellen door de bovenste bevestigingsbouten van de looprol
een gat in het frame te verzetten. Het bovenste gat in het frame geeft de kleinste
maaihoogte van ± 40 mm., het onderste gat in het frame geeft de grootste maaihoogte
van ± 100 mm
1.4.1.4

Positionering voor wegtransport

Zijmaaiers:
• Vóór het inklappen van de zijmaaiers moet eerst het midden
frame tot een hoogte van ± 30cm van de grond opgetild worden.
• Klap de beide zijmaaiers m.b.v. van de aansluiting P1 in. P2 en
P3 in Free Flow.
• Wanneer de beide maaier verticaal staan controleren of de
transportbeveiliging van beide armen is vergrendeld. Hierdoor
zijn de beide armen goed geblokkeerd.
• Voor de veiligheid de hefcilinders m.b.v. P1 weer iets onder
druk zetten.
Frontmaaier:
• Het in transport stellen van de front maaier geheven door de 3-punts
hef en de hefcilinder, P4 (groene pijl).
• Door het intrekken van de hef cilinder, wordt de maaier tegen de
stootbuffers (rode pijl) in het draagframe getrokken.
• Blokkeer vervolgens P4, zodat de maaier tijdens wegtransport niet
naar de bodem zakken kan.
• Het klemmen tegen de stootbuffers voorkomt zijdelingse pendeling.
1.4.1.5

Positionering vanuit transport naar werkstand

Zijmaaiers:
• Vóór het uitklappen van de zijmaaiers moet men altijd éérst
controleren of er voldoende plek is om de machine uit te kunnen
klappen.
• Zet P1 iets op druk, zodat de ontgrendeling soepel verloopt.
• Bedien P2 om te ontgrendelen, zie afbeelding, waarna als beide
zijmaaiers zakken door het eigen gewicht. Houdt P2 en P3 (beide
stuurventielen) bediend, totdat de maaiers bijna de grond raken. Dan
deze in de " Free-Flow " positie te zetten.
• Hierdoor zakken de zijmaaiers geleidelijk naar de grond.
12