Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Victron energy SmartSolar MPPT 150/70-Tr VE.Can Anleitung Seite 35

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für SmartSolar MPPT 150/70-Tr VE.Can:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 81
WAARSCHUWING: ALS ER EEN AARDINGSFOUT WORDT
AANGEGEVEN, KAN HET ZIJN DAT ACCU-AANSLUITINGEN EN
AANGESLOTEN CIRCUITS NIET GEAARD EN DUS GEVAARLIJK ZIJN.
3.3 FV-configuratie
● Zorg ervoor dat alle stroomgeleiders van een fotovoltaïsche
stroombron losgekoppeld kunnen worden van alle overige
geleiders in een gebouw of andere constructie.
● Een schakelaar, contactverbreker of ander apparaat, met gelijk-
of wisselspanning, mag niet worden als het geïnstalleerd is op een
geaarde geleider als het gebruik van deze schakelaar,
contactverbreker of ander apparaat de betreffende geaarde
geleider in een niet-geaarde en spanningsvoerende toestand
achterlaat.
● De controllers werken alleen als de FV-spanning de
accuspanning (V-accu) overschrijdt.
● De controller start pas als de FV-spanning de V-accu + 5V overschrijdt.
Daarna bedraagt de minimale FV-spanning V-accu + 1V.
● Maximale FV-nullastspanning: 150 V of 250 V, afhankelijk van het model.
Bijvoorbeeld:
24V-accu en mono- of polykristallijne panelen, max. FV-spanning 150 V:
● Minimaal aantal cellen in serie: 72 (2x 12V-paneel in serie
of één 24V-paneel).
● Aanbevolen aantal cellen voor maximale efficiëntie
van de controller: 144 cellen (4x 12V-paneel of 2x 24V-paneel in serie).
● Maximum: 216 cellen (6x 12V- of 3x 24V-paneel in serie).
48V-accu en mono- of polykristallijne panelen, max. FV-spanning 250 V:
● Minimaal aantal cellen in serie: 144
(4x 12V-paneel of 2x 24V-paneel in serie).
● Maximum: 360 cellen (10x 12V of 5x 24 paneel in serie).
Opmerking: Bij lage temperaturen kan de nullastspanning van een uit 216
cellen bestaand zonnepaneel 150 V overschrijden en de nullastspanning van
een uit 360 cellen bestaand zonnepaneel kan 250 V overschrijden,
afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en de celspecificaties. In dat
geval moet het aantal cellen worden verminderd.
3.4 Kabelaansluitvolgorde
1: Sluit de accu aan.
2: Sluit, indien nodig, de aan-uit afstandsbediening en het
programmeerbare relais aan.
3: Sluit het zonnepaneel aan (bij omgekeerde polariteit warmt de controller
op, maar wordt de accu niet opgeladen).
Torsie: 2,4 nm
3.5 Externe aan/uit
Gebruiksmodi van het systeem aan/uit:
(zie ook het MPPT-Excel-blad op onze website)
(zie afbeelding 1)
7

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis