Kettingklopper Aanbrengen/Afstellen - RIDGID FlexShaft K9-102 Bedienungsanleitung

verstelbare koppeling uitgeschakeld. Hierdoor
neemt de kans toe op schade aan de veer in de
trommel van de afvoerontstopper.
Als de koppeling continu blijft doorslippen
wanneer de koppeling op 75% van het
totale koppelingsverstelbereik is ingesteld,
dient u het gebruik van een andere RIDGID-
afvoerontstoppingsmachine te overwegen.

Kettingklopper aanbrengen/afstellen

1. Kies de juiste kettingklopper voor de
betreffende situatie.
1 Ketting
2 Ketting
3 Ketting
Carbide-
snijpunten
Figuur 8 – Kettingkloppers
De maat van de kettingkloppers wordt
bepaald door de kraagafstand en ze zijn
ontworpen voor bepaalde veerlengtes.
¼"-kettingkloppers worden gebruikt voor
veren van ¼" enz. Combineer geen grotere
maat kettingklopper met een kleinere maat
veer (bijvoorbeeld
de tabel met de kraagafstanden.
Kettingkloppers zonder carbide-snijpunten
kunnen worden gebruikt in normale
buistypes. Deze kettingkloppers zijn met
name geschikt voor vet en soortgelijke
verstoppingen.
Kettingkloppers met carbide-snijpunten
worden gebruikt voor het verwijderen
van kalkaanslag aan de binnenzijde van
de buis en kunnen voor wortels worden
gebruikt. Carbide-snijpunten worden
gebruikt voor agressief reinigen en kunnen
de buis beschadigen, met name bij zachtere
kunststofmaterialen, dunwandige buizen
of wanneer de kettingklopper een langere
999-995-158.09_REV. C
/ " on ¼"). Zie figuur 8 en
5
16
FlexShaft™-afvoerontstoppingsmachines
periode op een plek wordt gehouden. Zie
figuur 9, keuzeschema kettingkloppers.
Gebruik de kettingkloppers niet om sanitair
of buizen van glas, keramiek, porselein
of soortgelijk materiaal te reinigen. Die
kunnen beschadigd worden.
2. In figuur 10wordt een schematische tekening
getoond van de juiste bevestiging en
afstelling van een kettingklopper. Er zijn twee
belangrijke aandachtspunten tijdens het
aanbrengen/afstellen van kettingkloppers.
Kraagafstand:Stel de kragen van de
kettingklopper in op de juiste afstand
("kraagafstand"), zodat de kettingen
in de juiste mate uitspreiden tijdens het
draaien, om de buiswanden te reinigen. De
kraagafstand is afhankelijk van veerdikte en
buisdiameter en wordt gewoonlijk ingesteld
met behulp van een afstandsbus gemaakt
van de veermantel ("kraagvulstuk").
Wanneer extra flexibiliteit nodig is om een
bocht te passeren, kan het kraagvulstuk
worden verwijderd en de kraagafstand met
een rolmaat worden ingesteld. Wanneer de
veer zonder kraagvulstuk wordt gebruikt,
is de kans groter dat de veer tijdens het
gebruik zal omslaan en beschadigen.
Gebruik de carbide-snijpunten niet
zonder kraagvulstuk om de kans op
schade aan de veer te verminderen.
Blootliggende veer: houd de lengte van
de blootliggende veer (veer niet afgedekt
door de mantel) zo klein mogelijk. Hoe
langer de blootliggende veer is, des te
groter de kans dat de veer tijdens het
gebruik zal omslaan en beschadigen. Er
mag hooguit ¼" (6 mm) veer blootliggen
en deze lengte wordt ingesteld met een
mantelbus ("klopperbus"). De lengte van
de blootliggende veer is afhankelijk van
de veerlengte uit de trommel. Hoe verder
de veer uit de trommel is afgerold, des te
kleiner is de lengte van de blootliggende
veer. Voor optimale resultaten moet de
blootliggende veer worden ingesteld als
de veer uit de trommel is.
De mantel wordt bij de afvoerontstopper
g e l e v e r d e n
serviceonderdeel voor een aanpassing
o p m a a t v o o r
toepassing. Gebruik uitsluitend RIDGID
afvoerontstopper-mantel van de juiste
maat voor de veer. Let erop dat de mantel
zuiver en recht moet worden afgesneden.
Vermijd schade aan de veer terwijl u de
mantel doorsnijdt.
i s l e v e r b a a r a l s
u w s p e c i f i e k e
89