Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Makita DFS450Z Betriebsanleitung Seite 26

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 14
• Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het
gereedschap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode
deel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is de
accuadapter niet goed aangebracht. Breng de
accuadapter zo ver mogelijk aan tot het rode deel niet
meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu per
ongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen in
uw omgeving verwonden.
• Oefen geen grote kracht uit bij het aanbrengen van de
accu. Als de accu niet gemakkelijk erin kan worden
geschoven, wordt deze niet goed aangebracht.
Accubeveiligingssysteem (lithiumionaccu
met een ster-merkteken) (zie afb. 2)
Lithiumionaccu's met een ster-merkteken zijn uitgerust
met een beveiligingssysteem. Dit systeem schakelt
automatisch de voeding naar het gereedschap uit om de
levensduur van de accu te verlengen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
wanneer het gereedschap en/of de accu zich in een van
de volgende omstandigheden bevinden:
• Overbelasting:
Het gereedschap wordt gebruikt op een manier die
ertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uit
de accu wordt getrokken.
Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van het
gereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leidde
dat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarna
opnieuw de aan/uit-schakelaar in om het
gereedschap weer in te schakelen.
Als het gereedschap niet wordt ingeschakeld, is de
accu oververhit. In die situatie laat u de accu eerst
afkoelen voordat u opnieuw de aan/uit-schakelaar
inknijpt.
• Lage accuspanning:
De resterende acculading is te laag en het
gereedschap wordt niet ingeschakeld. Verwijder in
die situatie de accu en laad hem op.
Aanduiding van de resterende acculading
Alleen voor accu's met indicatorlampjes (zie afb. 3)
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden
gedurende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Brandt
Uit
26
Resterende
acculading
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu op.
Er kan een storing
in de accu zijn
opgetreden.
OPMERKING:
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de
aangegeven acculading verschilt van de werkelijke
acculading.
Aan/uit-schakelaar (zie afb. 4)
LET OP:
• Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschap
steekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manier
schakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadat
deze is losgelaten.
Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de
aan/uit-schakelaar in. Laat de aan/uit-schakelaar los om
het gereedschap te stoppen
De lamp op de voorkant inschakelen (zie
afb. 5)
LET OP:
• Kijk niet rechtstreeks in het licht of naar de bron van de
lamp.
Knijp de aan/uit-schakelaar in om de lamp op de voorkant
in te schakelen. De lamp blijft branden zolang u de aan/
uit-schakelaar ingeknepen houdt. De lamp gaat 10 tot
15 seconden nadat u de aan/uit-schakelaar hebt
losgelaten uit.
OPMERKING:
• Gebruik een doek om het vuil van de lens van de lamp
te vegen. Wees voorzichtig de lens van de lamp niet te
bekrassen om de lichtopbrengst niet te verlagen.
Werking van de omkeerschakelaar (zie
afb. 6)
Dit gereedschap is uitgerust met een omkeerschakelaar
waarmee u de draairichting kunt omkeren. Druk op de
omkeerschakelaar vanaf kant A voor de draairichting
rechtsom, of vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de middenstand staat,
kunt u de aan/uit-schakelaar niet inknijpen.
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te gebruiken.
• Gebruik de omkeerschakelaar alleen nadat het
gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Als u de
draairichting verandert voordat het gereedschap
volledig stilstaat, kan het gereedschap worden
beschadigd.
Als u het gereedschap niet gebruikt, zet u de
omkeerschakelaar altijd in de middenstand.
Diepteregeling (zie afb. 7)
De diepte kan worden ingesteld door de diepte-instelring
te draaien. Draai deze in de richting "B" voor minder diep
schroeven en in de richting "A" voor dieper schroeven.
Een volledige omwenteling van de diepte-instelring staat
gelijk aan 1,5 mm verschil in diepte.
Stel de diepte-instelring zodanig in dat de afstand tussen
de punt van de diepte-instelring en de kop van de schroef
ongeveer 1 mm is, zoals aangegeven in de afbeeldingen.
Draai bij wijze van proef een schroef in het materiaal of
een stuk gelijkwaardig materiaal. Als de diepte nog niet

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Dfs450rtjDfs440Dfs450

Inhaltsverzeichnis