Suunto foot pod Bedienungsanleitung Seite 34

3.4. KALIBRATIE
Om er zeker van te zijn dat de metingen correct zijn, moet u de Foot POD eerst
kalibreren met behulp van uw hartslagmeter. Gebruik hiervoor een parcours
waarvan u de exacte afstand kent, bijvoorbeeld een 400-meter atletiekbaan.
Bereik het
normale
looptempo
1
t3, t4
t6
STEL CORRECTE AFSTAND IN
7
t3, t4
t6
1. Zet de Foot POD aan. Stel uw hartslagmeter in op de modus Training en
breng een verbinding met de Foot POD tot stand.
2. Begin met lopen op uw normale snelheid. Start de stopwatch bij het passeren
van de startlijn.
3. Loop een afstand van 800 tot 1000 meter op uw normale snelheid
(bijvoorbeeld twee ronden op een atletiekbaan).
4. Stop de stopwatch bij het passeren van de finishlijn.
5. Selecteer in uw Suunto t3 of Suunto t4 Calibrate in de instelleingen van de
modus Speed and Distance.
Selecteer in uw Suunto t6 Calibrate in het menu Speed/Distance.
6. Selecteer Foot POD.
7. Pas de gemeten afstand (bijvoorbeeld 0,988 km) aan de in werkelijkheid
afgelegde afstand (bijvoorbeeld 1.000 km) aan met UP/DOWN en druk op
ENTER om het kalibreren te beëindigen.
8. De Suunto t6 berekent de kalibratiefactor en toont deze op de middelste regel
van de display. Het is ook mogelijk met UP/DOWN de kalibratiefactor
handmatig in te voeren.
OPMERKING:
nauwkeurigheid het beste verschillende kalibratiefactoren gebruiken voor snel
en langzaam lopen. Voor marathonlopen kunt u de Foot POD het beste
kalibreren op uw streeftempo.
34
2
Als u op verschillende tempo's traint, kunt u voor een optimale
Loop een bekende afstand
1 km
t3, t4
t6
4
t3, t4
t6