Mogelijke Oorzaak - Riello MO550 Handbuch

®
Sluit de verbinding van het spoel
van de 2de trap (1, fig. 8) die zich
a l i n d e b r a n d e r b e v i n d t a a n ,
gebruik daarbij de bijgeleverde ver-
bindingskabelgroep (2), en voer de
volgende procedure uit.
- Knip beide kabels (3 - 4) door en
gebruik de pennen (5) om de dra-
den van het spoel van de 2de trap
te verbinden met de 4-polige stek-
kerverbinding (2).
- Sluit de connector (6) aan op
onderdeel ( V2 , fig. 2, pag. 1) van
de controledoos.
®
Sluit tot slot de overige verbindingen
aan op de controledoos.
VISUELE DIAGNOSEFUNCTIE CONTROLEDOOS
De bijgeleverde controledoos bezit een diagnosefunctie waarmee de eventuele oorzaken van storingen
opgespoord kunnen worden (signalisatie: RODE LED ).
Om deze functie te gebruiken moet u de ontgrendelingsknop minstens 3 seconden lang indrukken vanaf
het ogenblik dat de brander vergrendeld is ( Vergrendeling ).
De controledoos geeft een serie pulsen die om de 2 seconden herhaald worden.
RODE LED brandt
ontgrendeling 3 sec. indrukken
De volgorde van de door de controledoos voortgebrachte pulsen geeft de mogelijke soorten storingen aan die
in de volgende tabel worden opgenoemd.
SIGNAAL
2 pulsen
4 pulsen
7 pulsen
8 pulsen
Om de controledoos na de weergave van de visuele diagnosefunctie te resetten moet
OPGELET
de ontgrendelingsknop worden ingedrukt.
3232
Fig. 8
6
2
Geen stabiel vlamsignaal na de veiligheidstijd:
√ flamdetector defect of vuil;
√ olieklep defect of vuil;
√ ontstekingstransformator defect;
√ brander niet goed afgesteld.
Licht in de kamer voor de ontsteking en bij het uitzetten van de brander:
√ aanwezigheid van vreemd licht voor of na de omschakeling van de limietther-
mostaat;
√ aanwezigheid van vreemd licht tijdens de voorventilatie;
√ aanwezigheid van vreemd licht tijdens de naventilatie.
Vlam dooft tijdens de werking:
√ brander niet goed afgesteld;
√ olieklep defect of vuil;
√ vlamdetector defect of vuil.
Controle van de olieverwarmer (indien aanwezig):
√ verwarmer of controlethermostaat defect.
Tussenpoos
Pulsen

MOGELIJKE OORZAAK

3
NL
5
3
1
2s
Pulsen
4