P6
COMPENSATIE KAMERSONDE (DTR) [waarde in °C]
Variatiebereik van - 20 tot 20 °C
Indien het voor de installatie noodzakelijk is om de interne
kamersonde ( P0 =
men een compensatie instellen (met een vaste waarde),
omdat deze sonde dan geen metingen meer verricht.
Voor de regeling kan men de volgende grafiek kiezen:
Onafhankelijk van de externe temperatuur moet de waarde van de parameter
°C
verhoogd worden indien de kamertemperatuur niet de gewenste waarde
20
bereikt of pas na een lange tijd.
10
P6
0
-10
-20
Onafhankelijk van de externe temperatuur moet de waarde van de parameter
worden verlaagd indien de kamertemperatuur te snel wordt bereikt terwijl het
verwarmingswater te heet is.
P7
MAXIMALE TEMPERATUUR VERWARMING [°C]
Variatiebereik van 60 tot 82°C
De parameter maakt het mogelijk bij het regelen van de tempera-
tuur om de maximale temperatuur van het verwarmingswater te
verlagen.
P8
MINIMALE TEMPERATUUR VAN DE KETEL [°C]
Variatiebereik van 42 tot 60 °C
De parameter maakt het mogelijk bij het regelen van de tempe-
ratuur om de minimale temperatuur van het verwarmingswater
te verhogen.
82
- Clima manager
) op nonactief te stellen, dan moet
HOUDT P6 = 0°C INDIEN P0 =
BE