P3
ONTSTEEKVERTRAGING VERWARMING [min]
Waarden van de vertraging:
Deze parameter bepaalt de wachttijd in minuten, voordat de brander
weer aangaat, nadat deze door de thermostaat is uitgezet (vanwege
bereiken van de ingestelde temperatuur). De overeenkomst van de
vertraging is als volgt:
De parameters na P4, P5 en P6 hebben te maken met de regeling van de
kamertemperatuur.
P4
INVLOED VAN DE KAMERSENSOR OP DE TEMPERATUURREGELING [K]
Variatiebereik van 0 tot 20 %
De parameterkeuze heeft te maken met de activering van de inter-
ne sonde (zie parameter P0=(o).
Indien de externe sonde niet aanwezig is moet de waarde op 20
worden gezet.
Onafhankelijk van de externe temperatuur moet de waarde van de parameter
worden verhoogd indien de kamertemperatuur niet of na lange tijd de gewen-
20
ste waarde bereikt.
15
P4
10
5
Onafhankelijk van de externe temperatuur moet de waarde van de parameter
0
worden verlaagd indien de kamertemperatuur te vaak ON/OFF cycli uitvoert of
na korte tijd de gewenste waarde bereikt
Zet men P4 op 0 dan zal de kamersensor geen invloed meer hebben op de
temperatuurregeling. De ketel luistert dan alleen naar de externe sonde (indien
aanwezig).
BE
,
,
,
.
(min)
79
Clima manager -