In 4T standaard kan de duur van Pre-gas of van HotStart, en die van Post-gas of Crater-Filler, met de trekker worden geregeld.
Procedure 2T Puls :
T hotstart
Dstart
Soft-start
Wanneer er op de trekker gedrukt wordt, begint Pre-gas. Wanneer het draad het werkstuk aanraakt start een puls de boog op. Vervolgens begint het
apparaat met HotStart, dan de Upslope en uiteindelijk begint de lascyclus. De Downslope begint bij het loslaten van de trekker, tot het bereiken van
ICrater filler. Vervolgens wordt de draad afgesneden, gevolgd door Post-gas. Net als in « Standaard» is er de mogelijkheid om snel het lassen weer
op te starten tijdens de post-gas, zonder eerst door de Hotstart fase te hoeven gaan.
Procedure 4T Puls :
T hotstart
Dstart
4T
Soft-start
In de 4T puls regelt de trekker Pregas als er geen HotStart is. Als er wel HotStart is kan met de trekker de duur van de HotStart geregeld worden.
Tijdens de stop kan met de trekker de Crater filler geregeld worden indien deze gevalideerd is. Als er geen Crater filler is, kan met de trekker PostGas
geregeld worden.
OPSLAAN EN OPROEPEN VAN JOBS
De gebruikte instellingen worden automatisch opgeslagen, en weer opgeroepen wanneer het lasapparaat opnieuw opgestart wordt.
Naast de in gebruik zijnde instellingen is het mogelijk om instellingen genaamd « JOBS » op te slaan en weer op te roepen.
Er zijn 100 JOBS per lasprocedure, het opslaan betreft :