LIMIT 610 Bedienungsanleitung Seite 37

• Tijdens het meten van V, µA, mA of A kunnen ook de frequentie of werkcyclus
worden weergegeven door op de Hz%-knop te drukken. Druk op de knop om
frequentie of werkcyclus te kiezen of terug te keren naar de vorige meetmodus.
Geel • AAN/UIT voor de Hold-functie. Als een waarde bevroren is, staat op de display
een H.
• AAN/UIT voor achtergrondverlichting. Druk 2 sec op de knop voor de
achtergrondverlichting.
Blauw
• Functieselectie wanneer er meer dan één functie beschikbaar is voor de
draaischakelaar.
• Wisselen tussen gelijkspanning en wisselspanning wanneer V, µA, mA of A
geselecteerd zijn.
• Wisselen tussen , Diodetest, Continuïteitstest of Elektrische capaciteit, wanneer
een van deze functies geselecteerd wordt met de draaischakelaar.
Spanningsmeting gelijkstroom en wisselstroom (Zie fig. 1)
1. Plaats de rode meetkabel in de HzV -poort en de zwarte meetkabel in de COM-poort.
2. Stel de draaischakelaar in op V— voor gelijkstroom of V~ voor wisselstroom. Verlaag de
spanningswaarde naar mV en selecteer DC of AC met de blauwe knop.
3. Sluit de meetkabels aan op het te meten object. De gemeten waarde wordt op de display
weergegeven.
4. Druk op Hz% voor meetfrequentie of werkcyclus.
NB
• Op de display staat OL als het geselecteerde bereik overbelast is bij handmatig instellen; u moet
een hoger bereik kiezen om de juiste meting te verkrijgen. Bij automatisch instellen selecteert het
instrument altijd het beste bereik voor de ingangssignalen.
• In elk bereik heeft de meter een ingangsimpedantie van ca. 10 M . Dit belastingseffect kan
meetfouten veroorzaken in circuits met een hoge impedantie. Als de circuitimpedantie minder is
dan of gelijk aan 10 , is de fout verwaarloosbaar (0,1% of minder).
Stroommeting gelijkstroom en wisselstroom (Zie fig. 2)
Waarschuwing
Nooit proberen een stroommeting bij een ingeschakeld instrument uit te voeren wanneer de
spanning tussen de aansluitpunten en de aarde groter is van 250 V.
Als de zekering doorbrandt tijdens het meten, kan de meter beschadigd raken of de gebruiker
letsel oplopen. Gebruik de juiste aansluitpunten, functies en bereikwaarden voor de meting.
Wanneer de meetkabels zijn aangesloten op de stroompoorten, ze niet parallel schakelen met een
circuit.
De meettijd voor stroom dient minder dan 10 sec te zijn en het tijdsinterval tussen de metingen
moet 15 minuten bedragen.
Om stroom te meten sluit u de meter als volgt aan:
1. Schakel de stroomkring uit. Ontlaad alle hoogspanningscondensatoren.
2. Plaats de rode meetkabel in de 10 A- of de µAmA-poort en de zwarte meetkabel in de COM-
poort.
3. Stel de draaischakelaar in op de stand µA mA of A.
4. Selecteer DC of AC met de blauwe knop.
5. Onderbreek de stroomweg die u wilt testen. Sluit de rode meetkabel aan op de meest positieve
kant van de onderbreking en de zwarte meetkabel op de meest negatieve kant.
5. Schakel de stroomkring in. De gemeten waarde wordt op de display weergegeven.
6. Druk op Hz% voor meetfrequentie of werkcyclus.
Netherlands
33