Storing
Het vriesvak heeft
een dikke laag rijp.
De bodem van
de koelruimte is nat.
De temperatuur in de
koelruimte is te koud.
koelruimte is te koud.
De koelmachine wordt
steeds vaker en langer
steeds vaker en langer
ingeschakeld.
ingeschakeld.
Het apparaat koelt niet.
Servicedienst
Adres en telefoonnummer van de
Servicedienst kunt u vinden in het
telefoonboek of in de meegeleverde
brochure met service adressen. Geef
a.u.b. aan de Servicedienst het
E nummer en het FD nummer van het
apparaat op.
Eventuele oorzaak
Het dooiwaterafvoergootje
is verstopt. Afb. 3
De temperatuur is te koud
ingesteld.
Door het invriezen van grotere
hoeveelheden verse levensmiddelen
daalt tijdelijk de temperatuur
in de koelruimte doordat
de koelmachine lang loopt.
Invriezen van grotere hoeveelheden
verse levensmiddelen.
De be en ontluchtingsopeningen
zijn afgedekt.
De schakelaar Aan/Uit is niet
ingeschakeld.
Stroomuitval; de zekering
is uitgeschakeld; de stekker
zit niet goed in het stopcontact.
Oplossing
Ontdooien van het vriesvak (zie
Ontdooien). Let erop dat de deur
van het vriesvak goed dicht is.
De deur van het vriesvak moet
hoorbaar dichtklikken.
Dooiwatergootje en afvoergaatje
schoonmaken (zie Schoonmaken
van het apparaat).
Temperatuur warmer instellen.
Max. invriescapacitiet niet
overschrijden.
Max. invriescapacitiet niet
overschrijden.
Afdekkingen verwijderen.
Schakelaar Aan/Uit indrukken.
Controleer of er stroom is.
Controleer de zekeringen.
U vindt deze gegevens op het typeplaatje.
Afb. r
Door deze nummers aan de Servicedienst
door te te geven voorkomt u onnodig
heen en weer rijden van de monteur en de
hieraan verbonden kosten.
nl
69