elco EK01B.4 L-(H) Betriebsanleitung Seite 20

Zorg voor goede werking
Onderhoud
De onderhoudswerken op de ketel
en de brander mogen alleen door
een specialist in
verwarmingsinstallaties uitgevoerd
worden. Om de regelmatige
onderhoudswerkzaamheden niet te
vergeten, verdient het aanbeveling
een onderhoudscontract te sluiten.
Opgelet!
De elektrische voeding afsluiten alvorens de
onderhouds- en
schoonmaakwerkzaamheden aan te vatten.
Controle van de
rookgastemperaturen
· regelmatig de temperaturen van de
rookgassen controleren.
· de ketels schoonmaken als de
temperatuur van de rookgassen meer
dan 30°C boven de temperatuur bij
het opstarten ligt.
· om de controle te vergemakkelijken,
een rookgasthermometer plaatsen.
Onderhoudsstand brander
Na het losschroeven van de schroeven
1 kan de basisplaat in twee
onderhoudsstand opgehangen worden.
Stand 1
Hoofdzakelijk voorzien voor het
plaatsen van de sproeierlijn.
· het koppelstuk stookolie 12
losschroeven.
A
20
· de voedingskabel 9 afkoppelen
· de elektrodenblok 10 demonteren
· de regelschroef 11 naar links draaien
Stand 2
Speciaal voorzien voor het vervangen
van de sproeier of van de ventilator. In
die stand wordt uitvloeien uit de
sproeierlijn vermeden. Bij vervangen
van de motor of de ventilator de
montageaanwijzingen voor de ventilator
in acht nemen.
Montage van de turbine
B Voor het vervangen van de motor of van
de turbine, wordt verwezen naar het
positioneerschema hierboven. De
inwendige flens A van de turbine moet
uitgelijnd zijn met plaat B. Plaats een lat
tussen de turbineschoepen en breng A
en B op dezelfde hoogte. Schroef de
topschroef van de turbine vast.
0301 / 13 010 881C
1 Bevestigingsschroeven van de
basisplaat
2 Aanhaakopeningen voor de
werkingsstanden
3 Ontstekingstransformator
5 Veiligheidskast
6 Branderpomp
7 Sproeierlijn
8 Vlamdetector
9 Elektrische aansluiting van de
sproeierlijn
10 Elektrodenblok van de ontsteking
11 Instelschroeven van de kop
12 Stookolieaansluiting van de sproeierlijn
13 Sproeier
14 Deflector
15 Ventilator
Onderhoudswerkzaamheden aan de
brander
Onderhoudsstand 1
· Componenten waar olie door loopt
(slangen, pomp,
sproeiertoevoerleiding), alsook
verbindingen ervan, controleren op
lekkage of slijtage, en desgevallend
vervangen.
· Elektrische aansluitingen en
verbindingskabels controleren op
beschadigingen, en desgevallend
verwisselen.
· De pompfilter controleren en
desgevallend reinigen.
Onderhoudsstand 2
· Ventilator en behuizing reinigen en
controleren op beschadigingen.
· Menginrichting controleren en
reinigen.
· Diafragma demonteren.
· Oliesproeier vervangen.
· Ontstekingselektroden controleren,
eventueel bijregelen of vervangen.
· Menginrichting monteren. Instelmaat
(zie pagina 18) in acht nemen.
· Brander monteren.
· Brander starten, gegevens van de
rookgassen controleren, eventueel
de branderinstellingen controleren.
· Controle van de werking van de
vlambewaker (zie pag. 19) uitvoeren