6.
Druk de stopschakelaar (D, afbeelding 7), indien aanwezig, in de stand AAN.
7.
Draai de startsleutel (E, afbeelding 7) naar de stand AAN of START.
8.
Als de motor aanslaat, maar niet blijft draaien, zet de chokeregeling (C, afbeelding
7) dan in de stand OPEN om de motor te starten.
OPGEPAST
Start altijd kort (maximaal vijf seconden) om de levensduur van de
startmotor te verlengen. Wacht één minuut tussen startcycli.
9.
Zet de chokeregeling (C, afbeelding 7) in de stand OPEN terwijl de motor opwarmt.
Opmerking: Als de motor na herhaalde pogingen niet start neemt u contact op met uw
dealer, gaat u naar VanguardEngines.com of belt u 1-800-999-9333 (in de VS).
De motor stoppen
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood veroorzaken.
•
Choke de carburateur, indien aanwezig, niet om de motor te stoppen.
1.
Stopschakelaar, indien aanwezig: Zet de stopschakelaar (D, afbeelding 7) in de
stand UIT.
Contactschakelaar, indien aanwezig: Draai de startsleutel (E, afbeelding 7) naar
de stand UIT terwijl de gashendel in de stand LANGZAAM staat. Verwijder de sleutel
en bewaar deze buiten bereik van kinderen.
2.
Nadat de motor stopt draait u de brandstofkraan (A, afbeelding 7), indien aanwezig,
in de stand GESLOTEN.
Onderhoud
OPGEPAST
Als de motor tijdens het onderhoud wordt gekanteld, moet de
brandstoftank leeg zijn en moet de bougiekant omhoog wijzen. Als de benzinetank niet
leeg is of als de motor een andere kant op wordt gekanteld, kan starten lastig worden
omdat het luchtfilter en/of de bougie dan vervuild kan zijn door olie of benzine.
WAARSCHUWING
Wanneer er onderhoud wordt uitgevoerd waarvoor de unit gekanteld moet worden, dient
de brandstoftank leeg te zijn, anders kan er brandstof uitlekken, wat kan leiden tot brand
en explosie.
Wij adviseren dat u voor al het onderhoud en alle service aan de motor en de
motoronderdelen een geautoriseerde Briggs & Stratton-dealer raadpleegt.
OPGEPAST
Alle componenten die zijn gebruikt om deze motor te bouwen moeten
op hun plaats blijven voor een juiste werking.
WAARSCHUWING
Onbedoelde vonkvorming kan resulteren in brand of een elektrische schok.
Onbedoeld starten kan leiden tot beknelling, amputatie of rijtwonden.
Brandgevaar
Vóór het uitvoeren van afstellingen of reparaties:
•
Maak de bougiekabel los en houd de kabel op veilige afstand van de
ontstekingsbougie.
•
Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting (alleen motoren met elektrostart).
•
Gebruik alleen correct gereedschap.
•
Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen om
het motortoerental te verhogen.
•
Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan en op dezelfde positie worden
geïnstalleerd als de originele onderdelen. Andere onderdelen zullen minder goed
werken, kunnen de eenheid beschadigen en kunnen letsel veroorzaken
•
Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel
anders later tijdens bedrijf kan barsten.
Bij het testen op vonkvorming:
•
Gebruik een goedgekeurde bougietester.
•
Controleer niet op vonkvorming wanneer de bougie verwijderd is.
Onderhoud aan de emissieregeling
Onderhoud, vervanging en reparatie van de apparatuur en systemen voor de
emissieregeling mogen worden uitgevoerd door een persoon of bedrijf
gespecialiseerd in de reparatie van niet op de weg gebruikte motoren. Het onderhoud
van de emissieregeling kan zonder kosten worden uitgevoerd door een erkende dealer.
Zie de verklaringen voor emissieregeling.
Onderhoudsschema
Iedere 8 uur of dagelijks
•
Oliepeil motor controleren
•
Reinigen rond geluiddemper en bedieningselementen
Iedere 100 uur of jaarlijks
•
Bougies vervangen
•
Motorolie verversen
•
Oliefilter vervangen (indien aanwezig)
•
Luchtfilter reinigen of vervangen
•
Voorfilter reinigen (indien aanwezig)
•
Onderhoud uitlaatsysteem
Iedere 250 uur
•
Klepspeling controleren. Indien noodzakelijk afstellen.
Iedere 400 uur of jaarlijks
2
•
Luchtfilter vervangen
•
Brandstoffilter vervangen
1
•
Koelsysteem onderhouden
1
•
Ribben oliekoeler reinigen
Iedere 600 uur of jaarlijks
•
Veiligheidsfilter vervangen (indien aanwezig)
1
Reinig vaker onder stoffige omstandigheden of wanneer zich veel zwevend vuil in
de omgeving bevindt.
2
Vervang bij elke derde luchtfiltervervanging het binnenste veiligheidsfilter (indien
aanwezig).
Systeem voor elektronische
brandstofinjectie (Electronic Fuel Injection
- EFI)
Het EFI-systeem bewaakt de motortemperatuur, motorsnelheid en accuspanning voor het
starten van de motor en het opwarmen. Er zijn geen afstellingen op het systeem. Als er
problemen optreden met de start of de werking, neem dan contact op met een erkende
dealer van Briggs & Stratton.
OPGEPAST
Zorg ervoor dat de stappen hieronder worden uitgevoerd. Het EFI-
systeem kan anders beschadigd raken.
•
Start de motor nooit als de accukabels loszitten.
•
Draai de sleutel naar de stand UIT voordat de accu wordt losgekoppeld, verwijderd
of geïnstalleerd.
•
Gebruik nooit een acculader om de motor te starten.
•
Koppel de accukabels nooit los terwijl de motor loopt.
•
Bij aansluiting van de accukabels moet altijd eerst de positieve (+) kabel en daarna
de negatieve (-) kabel op de accu worden aangesloten.
•
Voordat de accu wordt opgeladen moet de contactsleutel naar de stand UIT worden
gedraaid en de negatieve (-) accukabel van de accu worden losgekoppeld.
•
Spuit water niet rechtstreeks op de Electronic Control Module.
Carburateur en motortoerental
Stel de carburateur of het motortoerental nooit af. De carburateur is in de fabriek afgesteld
voor een efficiënte werking onder de meest gangbare omstandigheden. Verander niets
aan de regulateur, koppelingen of andere onderdelen om het motortoerental te verhogen.
Als er afstellingen moeten worden uitgevoerd, neem contact op met een erkende Briggs
& Stratton-servicedealer.
1, 2
1
79