Werbung
NL
en de lage tonen met de regelaar LOW (2) indien
noodzakelijk.
B
7) Stel de klank voor het mastersignaal [aangeslo-
ten luidsprekers en uitgang MAIN (20)] optimaal
in met de 7-bandse grafische equalizer (26).
8) De niveauweergave (25) duidt het niveau aan
voor het mastersignaal. Het niveau mag bij de
luidste passages de waarde van 0 dB niet over-
schrijden resp. de gele LED "+3" mag maar even
oplichten. Anders treden er signaalvervormingen
op. Draai vervolgens de regelaar MAIN overeen-
komstig terug.
5.2
Monitorkanaal
Op het monitorkanaal worden de ingangssignalen
van de kanalen 1 – 7 gemengd die nodig zijn voor
het geluid op het podium. Als uitgang dient de jack
MONITOR (19), waarop via een afzonderlijke eind-
versterker (zie hoofdstuk 4.6) monitorluidsprekers
worden aangesloten.
1) Meng met behulp van de regelaars MON (3) de
ingangssignalen met het signaal op het monitor-
kanaal.
2) Stel met de regelaar MONITOR (27) het niveau
van het monitorsignaal in.
Opmerking: Een intern nagalmeffect of het signaal
van een aangesloten effectenapparaat wordt niet
via het monitorkanaal gestuurd. Ook de equalizer
(26) heeft geen invloed op het monitorkanaal.
5.3
De interne nagalm toevoegen
Door de interne nagalmspiraal kan u van elk
ingangskanaal afzonderlijk een nagalmeffect aan
het mastersignaal toevoegen. Het interne nagalm-
effect wordt niet naar de uitgang MONITOR (19)
gestuurd.
1) Schakel de nagalmsectie in met de toets (21) op
het bedieningspaneel REVERB. De rode LED
ON naast de toets licht op.
6
Technische gegevens
Ingangen
7 x Line, mono: . . . . . . . . . 1,7 mV/8 kΩ,
7 x microfoon, mono: . . . . 0,5 mV/2,7 kΩ,
7 x ingangsverzwakker
PAD: . . . . . . . . . . . . . . -20 dB (
Equalizer
7 x LOW: . . . . . . . . . . . . ±15 dB/50 Hz
7 x HIGH: . . . . . . . . . . . . ±15 dB/12 kHz
1 x Return: . . . . . . . . . . . . 350 mV/10 kΩ,
1 x Aux: . . . . . . . . . . . . . . . 60 mV/25 kΩ,
1 x Tape: . . . . . . . . . . . . . . 50 mV/18 kΩ,
18
2) Om het nagalmeffect te kunnen horen, draait u
de regelaar EFFECT RTN (12) eerst tot ongeveer
in de middelste stand.
3) Stel met de regelaars EFF (4) voor elk ingangs-
kanaal de gewenste nagalmsterkte in, d.w.z. het
niveau waarmee het kanaalsignaal naar de
interne nagalmspiraal gestuurd wordt.
4) Stel met de regelaar EFFECT RTN (12) het totale
nagalmniveau in, dat aan het mastersignaal
wordt toegevoegd.
5) Via een voetschakelaar die op de jack FOOT SW
(10) is aangesloten, kan het nagalmeffect wor-
den in- en uitgeschakeld – zie hoofdstuk 4.9 "De
voetschakelaar".
5.4
Indien het effectenapparaat via de jacks SEND (14)
en RETURN (15) is aangesloten, kan u vanop de
Power Mixer geen instellingen doorvoeren. Deze
moeten vanop het effectenapparaat gebeuren.
Indien het effectenapparaat via de jacks OUT (11)
en AUX (16) is aangesloten, moet u volgende instel-
lingen op de PMX-150R doorvoeren:
1) Stel met de regelaars EFF (4) voor elk ingangs-
kanaal de signaalsterkte in, die naar het effecten-
apparaat moet worden gestuurd.
2) Stel met de regelaar EFFECT OUT (9) het totale
niveau in (ingangssignaal voor het effectenappa-
raat).
3) Het signaal dat van het effectenapparaat terug-
keert, moet met de regelaar AUX IN (13) aan het
mastersignaal worden toegevoegd.
Opmerking: Omdat met de regelaars EFF zowel de
signaalsterkte van de ingangskanalen voor de
interne nagalmspiraal als de signaalsterkte voor de
het effectenapparaat wordt ingesteld, moet het
interne nagalmeffect met de toets (21) eventueel
worden uitgeschakeld of met de regelaar EFFECT
RTN (12) gecorrigeerd.
Uitgangen
Sinusvermogen (W
6,3 mm-jack, gebalan-
ceerd
1 x Main: . . . . . . . . . . . . . . 1,2 V/600 Ω,
XLR, gebalanceerd,
fantoomvoeding van
1 x Monitor: . . . . . . . . . . . . 1,2 V/600 Ω,
48 V inschakelbaar
1
/
)
1 x Rec: . . . . . . . . . . . . . . . 160 mV/600 Ω,
10
1 x Send: . . . . . . . . . . . . . . 350 mV/600 Ω,
6,3 mm-jack, ongeba-
1 x Effect Out: . . . . . . . . . . 1,2 V/600 Ω,
lanceerd
6,3 mm-jack, ongeba-
lanceerd
Cinch-jacks L/R
Een extern effectenapparaat gebruiken
): . . 150 W
RMS
RMS
104 W
RMS
6,3 mm-jack, ongeba-
lanceerd
6,3 mm-jack, ongeba-
lanceerd
Cinch-jacks L/R
6,3 mm-jack, ongeba-
lanceerd
6,3 mm-jack, ongeba-
lanceerd
5.5
Opnameapparatuur en
bijkomende apparatuur
Een opnametoestel dat op de jack TAPE (17) is aan-
gesloten, kan bijvoorbeeld voor controle van de
opname via de interne eindversterker van de PMX-
150R worden voorbeluisterd. Voeg het signaal met
de regelaar TAPE IN (29) toe aan het mastersignaal.
Wenst u enkel het opnametoestel te beluisteren,
dan draait u de andere ingangsregelaars LEVEL (5)
en AUX IN (13) in de nulstand.
Een toestel dat op de jack AUX (16) is aangeslo-
ten, kan met de regelaar AUX IN (13) aan het
mastersignaal worden toegevoegd. Wenst u enkel
dit toestel te beluisteren, dan draait u de andere
ingangsregelaars LEVEL (5) en TAPE IN (29) in de
nulstand.
Opmerking: De ingangen TAPE en AUX worden
niet naar het monitorkanaal gestuurd.
Algemene gegevens
op 4 Ω
Frequentiebereik: . . . . . . . 20 – 20 000 Hz
op 8 Ω
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . . < 0,1 %
Signaal/Ruis-verhouding: . > 75 dB
Equalizer: . . . . . . . . . . . . . ±12 dB/125 Hz, 250 Hz,
Voedingsspanning: . . . . . . 230 V~/50 Hz/270 VA
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . . . . 0 – 40 °C
Afmetingen (B x H x D): . . 485 x 260 x 280 mm
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . . 14,9 kg
Opgemaakt volgens de gegevens van de fabrikant.
Deze behoudt zich het recht voor de technische
gegevens te veranderen.
500 Hz, 1 kHz, 2 kHz,
4 kHz, 8 kHz
Werbung
Kapitel
