9. Bescherming tegen vorst
Als de unit wordt blootgesteld aan vorst tijdens perio-
des van inactiviteit, moeten de unit en het leiding-
werk worden afgetapt voordat de unit uit bedrijf wordt
genomen.
De unit heeft geen aftap mogelijkheden en moet
daarom worden verwijderd.
10. Lijst van alarmen
Aanduiding
"Alarm" brandt continu.
"Alarm" knippert.
11. Technische specificaties
Gegevens
Voedingsspanning
Amperage
Frequentie
Maximale omgevingstemperatuur
Vloeistoftemperatuur
p
start
p
stop
Q
min.
Tijdsvertraging tijdens uitschakelen
Maximale werkdruk
Beschermingsklasse
Afmetingen
* De inschakeldruk (p
start
De technische gegevens kunnen miniem zijn i.v.m. de pompgegevens. Zie de installatie- en bedieningsinstruc-
ties van de pomp.
Alarm
Drooplopen.
Pendelen.
230 V model
1 x 230 V ± 10 %
) is afhankelijk van de variant. Zie het typeplaatje.
Oorzaak
De pomp heeft gedraaid zonder water.
De pomp pendelt.
N.B.: Gebeurt alleen als de anti-pendel functie is
ingeschakeld. Zie paragraaf 8.1 Anti-pendel.
6 A
50/60 Hz
+50 °C
0 °C tot +40 °C
1,5 of 2,2 bar*
p
+ 0,4 bar
start
1,0 liter/min.
10 seconden
PN 10 / 10 bar (1 MPa)
IP65
Zie afb. C, pagina 128
115 V model
1 x 115 V ± 10 %
8 A
61