Mitsubishi Electric EHST20-Serie Installationshandbuch Seite 169

5
Systeeminstallatie
Bedieningsinstelling menu
. Gebruik voor toegang tot het Bedieningsinstelling menu de knoppen F en F2
om het servicemenu te doorlopen totdat Bedieningsinstelling is geaccentueerd.
2. Druk op BEVESTIGEN.
3. Het Bedieningsinstelling menu wordt getoond.
<Simultaan-werking>
Deze modus kan worden gebruikt voor periodes met een zeer lage omgevings-
temperatuur. Met Simultaan-werking kunnen SWW en de ruimteverwarming
tegelijkertijd werken met gebruik van de warmtepomp voor het verwarmen van de
ruimte terwijl de dompelverwarming warmte levert voor SWW. Deze bediening is
alleen beschikbaar indien ZOWEL een SWW-tank EN dompelverwarming in het
systeem aanwezig zijn.
. Gebruik vanuit het Bedieningsinstelling menu de knoppen F en F2 om in de
lijst te bladeren totdat Simultaan-werking is geaccentueerd.
2. Druk op BEVESTIGEN.
3. Het Simultaan-werking scherm wordt getoond.
4. Druk op F1 om Simultaan-werking ON/OFF (AAN/UIT) te schakelen.
5. Gebruik F3 en F4 om de temperatuur te veranderen waarop Simultaan-werking
start.
Opmerking: Het bereik van de omgevingstemperatuur (buitentemperatuur) is -15°C
tot 10°C (basisinstelling -15°C).
6. Om weer terug te keren naar het Bedieningsinstelling menu, drukt u op TERUG.
<Koud weer functie>
Bij een zeer lage buitentemperatuur wanneer de capaciteit van de warmtepomp
het verwarmen beperkt of SWW wordt geleverd door de elektrische booster heater
(en dompelverwarming indien aanwezig) Deze functie dient alleen tijdens extreem
koude periodes te worden gebruikt.
Uitgebreid gebruik van directe elektrische verwarmingseenheden ALLEEN zal lei-
den tot een hoger stroomverbruik en kan de levensduur van verwarmingseenhe-
den en bijbehorende onderdelen bekorten.
. Gebruik vanuit het Bedieningsinstelling menu de knoppen F en F2 om in de
lijst te bladeren totdat Koud weer functie is geaccentueerd.
2. Druk op BEVESTIGEN.
3. HetKoud weer functie scherm wordt getoond.
4. Druk op F1 om Koud weer functie ON/OFF (AAN/UIT) te schakelen.
5. Gebruik F3 en F4 om de temperatuur te veranderen waarop de verwarmingom-
schakelfunctie start.
Opmerking: Het bereik van de omgevingstemperatuur (buitentemperatuur) is -
15°C tot -10°C (basisinstelling -15°C)
6. Om weer terug te keren naar het Bedieningsinstelling menu, drukt u op TERUG.
<Kamertemp.regeling (Verw.)>
Met deze functie kan de bedieninginstelling van het bereik van de doorstroom-
temperatuur vanaf de Ecodan worden ingevoerd en ook de tijdsinterval voor het
door de FTC3 verzamelen en verwerken van gegevens voor de auto-aanpas-
singsstand.
. Gebruik vanuit het Bedieningsinstelling menu de knoppen F en F2 om in de
lijst te bladeren totdat Kamertemp.regeling (VERW.) is geaccentueerd.
2. Druk op BEVESTIGEN.
3. Het Kamertemp.regeling (VERW.) scherm wordt getoond.
4. Gebruik de knoppen F en F2 om de tijdsperiode te veranderen waarop data
worden verzameld om 'Temp.regeling interval' te accentueren.
5. Druk op BEVESTIGEN.
6. Gebruik de knoppen F3 en F2 om het tijdsinterval te veranderen.
Opmerking: Bereik 10 - 60 minuten met stappen van 10 minuten (basisinstelling
10 minuten).
7. Gebruik de knoppen F en F2 om de voorlooptemp. limieten te veranderen om
'Bereik Voorlooptemp.' te accentueren.
8. Druk op BEVESTIGEN.
Het Bereik Voorlooptemp. scherm wordt getoond.
9. Gebruik de knoppen F en F2 om min. Voorlooptemp. te veranderen.
Opmerking: Het bereik van min. Voorlooptemp. is 25°C tot 40°C (basisinstelling
30°C).
0. Gebruik de knoppen F3 en F4 om max. Voorlooptemp. te veranderen.
Opmerking: Het bereik van max. voorlooptemp. is 35°C tot 60°C (basisinstelling
50°C).
. Om weer terug te keren naar het Bedieningsinstelling menu, drukt u twee
keer op TERUG.
Bedieningsinstelling menuscherm
Simultaan-werking scherm
Koud weer functie scherm
Kamertemp.regeling (VERW.) scherm
36