Inbedrijfstelling - BWT R1 Einbau- Und Bedienungsanleitung

EN NL

6. Inbedrijfstelling

Controleer of het filter en de spoelwaterleiding cor-
rect geïnstalleerd zijn. De afsluiters mogen nog niet
geopend zijn. Controleer of de transparante cilin-
der (3) correct geplaatst is en sluit de draaiknop (5)
door die met de wijzers van de klok mee te draaien.
Open langzaam de afsluiters vóór en na het filter en
ontlucht de leiding op het eerstvolgende meetpunt
na het filter.
Als de spoelwateraansluiting niet op de rioolaanslui-
ting is aangesloten, plaats er dan voor het terugspo-
elen dan een opvangbak onder. Open de draaien-
de handgreep (5) door die tegen de wijzers van
de klok in te draaien, totdat u duidelijk hoort dat er
water naar buiten komt, en sluit hem daarna.
Controleer het filter op lekkage.
Enkel BWT R1 HWS:
De drukregelaar is in de fabriek op 4 bar uitgangs-
druk ingesteld. Draai de borgschroef (9) los en
draai aan de draaiknop (10) om de uitgangsdruk
te veranderen.
De uitgangsdruk kan veranderd worden door aan
de instelknop te draaien (regelbereik 1,5 - 6 bar).
Met de wijzers van de klok mee draaien =
hogere uitgangsdruk.
Tegen de wijzers van de klok in draaien
= lagere uitgangsdruk.
Monteer de drukverlager en let daarbij op de pijl
van de stroomrichting op de behuizing!
De wijzer voor de instelwaarde van de uitgangsdruk
(8) is een richtwaarde. De manometer (6) geeft de
exacte druk aan. Tijdens het instellen moet er na de
48 48
7. Bediening
Om de 6 maanden moet er een terugspoeling wor-
den uitgevoerd om te voorkomen dat de vreemde
partikels aan het filterdoek gaan kleven (bij een ster-
ke vervuiling eventueel vaker).
Als de spoelwateraansluiting niet op de rioolaanslui-
ting is aangesloten, plaats er dan voor het terugspo-
elen dan een opvangbak onder.
Terugspoelen
Open de draaiende handgreep (5) door die tegen
de wijzers van de klok in te draaien, totdat u duide-
lijk hoort dat er water naar buiten komt, en sluit hem
daarna. Controleer het filter op lekkage. De draai-
knop is met een schuifkoppeling uitgerust. Als er
te veel kracht gebruikt wordt, dan wordt er een
pal overgeslagen, zodat het sluitsysteem niet be-
schadigd.
Kunststof onderdelen mogen enkel met een vochti-
ge, zachte doek gereinigd worden. Gebruik geen
oplosmiddelen, wasmiddelen of zure reinigers!
8. Onderhoud
Elke technische installatie moet regelmatig onder-
houden worden. Conform DIN EN 806-5 moet dit
principieel door opgeleid personeel gebeuren, dat
ook de verslijtbare onderdelen vervangt. Bij geme-
enschappelijke installaties moet het onderhoud 2 x
per jaar plaatsvinden.
Uitvoering: Installateur of fabrikant.
9. Garantie
Neem in geval van storingen tijdens de garantie-
periode contact op met uw contractpartner, het ins-
tallatiebedrijf of de BWT-serviceafdeling en vermeld
daarbij het toesteltype en het PNR = productnum-
mer.
10. Onderhoudshandleiding
Conform DIN EN 806-5 moet het onderhoud door
technici worden uitgevoerd (installateur of BWTservi-
ceafdeling). Drinkwater is een levensmiddel.
Daarom moet uiterste hygiëne bij de verrichting van
de werkzaamheden vanzelfsprekend zijn.
Vervanging van verslijtbare onderdelen
Afdichtingselementen (A) om de 3 jaar
Filterelement (B) om de 6 jaar
Transparante cilinder (C) om de 15 jaar
O-ring (D) om de 15 jaar
Sluit de afsluitkranen vóór en na het filter en plaats
er evt. een opvangbak onder. Laat de druk uit het
filter.
Open de draaiknop (5) door deze tegen de wijzers
van de klok in te draaien Schroef de transparante
cilinder(C) handmatig los en trek hem loodrecht
naar Trek het filterelement met een schraper (B) naar
onderen en verwijder het.
Vervang de afdichtingen(A).
Bevochtig alle afdichtingen licht voor de installatie.
Plaats het nieuwe filterelement.
Schroef de transparante cilinder in het bovenste ge-
deelte en schroef het handmatig vast.
Open de afsluiters vóór en na de installatie, ontlucht
de leiding via de dichtstbijzijnde waterkraan na de
installatie en tap het eerste stromende water af.
Controleer alle verbindingen op lekkage (visuele
controle). Voer een terugspoeling uit.
Controleer de aanvangsdruk bij een nuldebiet en bij
een grote waterafname.
Sluit de afsluitkranen vóór en na het huiswaterstation
en verminder de druk aan beide zijden tot nul.
Draai de borgschroef (9) los en draai de draaiknop
(10) tegen de wijzers van de klok in tot aan de aans-
lag. Schroef de veerkap(7) met een ringsleutel af.
Trek het inzetstuk van de drukregelaar (11) en de
glijring (12) uit.
Smeer de O-ring van het nieuwe ventielinzetstuk met
siliconenvet en plaats het ventielinzetstuk in de be-
huizing. Let er daarbij op dat de O-ring correct ge-
plaatst is.
Plaats de glijring en schroef de veerkap en de borg-
schroef in. Stel de drukregelaar in zoals beschreven
in het onderdeel Inbedrijfstelling.
Vervang de terugslagklep.
Open de afsluitkranen vóór en na de installatie, ont-
lucht de leiding via de dichtstbijzijnde waterkraan
na de installatie en tap het eerste stromende water
af.
Controleer alle verbindingen op lekkage (visuele
controle).
EN
NL
D
5
A
B
A
C
49 49