Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Maico ERM 18 Ex e Montage- Und Betriebsanleitung Seite 66

Halbradial-rohrventilatoren für explosionsgefährdete bereiche
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 4
NL
8 Veiligheidstips gebruiker
GEVAAR
!
Explosiegevaar door vonkvorming als vreemde
voorwerpen in het apparaat gestoken worden.
Geen voorwerpen in het apparaat steken.
VOORZICHTIG
!
Gevaar voor verwondingen door draaiende
waaier en zuigende werking. Haren, kleding,
sieraden etc. kunnen in de ventilator getrokken
worden, als u zich te dicht bij de ventilator
bevindt. Bij gebruik beslist voldoende afstand
houden, zodat dit niet kan gebeuren.
VOORZICHTIG
!
Gevaren voor personen (ook kinderen) met
beperkte fysische, sensorische of psychische
vaardigheden of ontbrekende kennis. Het
gebruik en de reiniging van de ventilator is niet toe-
gestaan door kinderen of personen met beperkte
vaardigheden.
VOORZICHTIG
!
Hete motoroppervlakken kunnen tot huidver-
brandingen leiden als u deze aanraakt. Raak
geen hete motoroppervlakken aan. Wacht altijd tot
de motor afgekoeld is.
9 Apparaat in-/uitschakelen
De ventilator wordt met een optionele schakelaar
in- of uitgeschakeld.
De ventilator is voor continubedrijf (S1) geconstru-
eerd. Vaak in-/uitschakelen kan tot onjuiste verwar-
ming leiden en moet worden vermeden.
10 Omkeermodus
Ventilator niet geschikt voor omkeermodus.
11 Gedrag bij een storing
Controleer of de motorveiligheidsschakelaar
gereageerd heeft. Koppel bij bedrijfsstoringen de
ventilator van het stroomnet los. Laat voor het
opnieuw inschakelen de oorzaak van de fout door
deskundigen bepalen en verhelpen. Dit is met name
van toepassing na het aanspreken van de motor-
veiligheidsschakelaar. Bij terugkerende storingen
apparaat ter reparatie naar onze fabriek opsturen.
Montage van het apparaat door erkend
elektricien voor explosiebeveiling
12 Veiligheidstips
Apparaat in geen geval "niet-bedoeld" gebruiken
 hoofdstuk 5.
GEVAAR
!
Gevaar door elektrische schok. Bij alle werk-
!
zaamheden aan de ventilator de voedingsstroom-
kringen vrijschakelen, tegen opnieuw inschakelen
beveiligen en de spanningsloze toestand consta-
teren. Breng een waarschuwingsbord zichtbaar
aan. Zorg ervoor dat er geen explosieve omgeving
aanwezig is.
Explosiegevaar. Beschermingsgraad niet
!
gegarandeerd bij een verkeerde invoer van de
leidingen in de aansluitdoos.
Beschermingsgraad door een reglementaire invoer
van de leidingen in de aansluitdoos veiligstellen.
64
Explosiegevaar bij gebruik met niet com-
!
pleet gemonteerd apparaat en bij niet regle-
mentair beveiligde luchtin-/uitlaat.
Het gebruik van de ventilator is uitsluitend bij een
compleet gemonteerd apparaat en met aange-
brachte beveiligingsvoorzieningen (EN 60529)
voor het luchtkanaal toegestaan. Apparaat en
buisleidingen moeten tegen aanzuiging van
vreemde voorwerpen worden beschermd.
Explosiegevaar/gevaar voor verwondingen
!
door verkeerd gemonteerde of naar beneden
vallende ventilator.
Wand- en plafondmontage uitsluitend op wanden/
plafonds met voldoende draagvermogen en groot
genoeg bemeten bevestigingsmateriaal verrichten.
Het bevestigingsmateriaal dient door klant zelf
beschikbaar gesteld te worden. Bij het inbouwen
het bereik onder de montageplaats van personen
vrijhouden.
Explosiegevaar door verkeerde afstelling.
!
De draaiende onderdelen van de ventilator zijn in
de onze fabriek afgesteld. Het apparaat mag daar-
om niet uit elkaar worden gehaald. Een uitzonde-
ring op deze beperking vormt het tijdelijk verwijde-
ren van het deksel van de aansluitdoos tijdens de
installatie van het apparaat.
Beschadiging van het apparaat
LET OP:
Verlies van de IP-beschermingsgraad, als in
vochtige ruimtes de ventilator naar boven
transporterend wordt gemonteerd. In vochtige
ruimtes de ventilator niet naar boven transporte-
rend monteren.
13 Transport, opslag
GEVAAR
!
Gevaar door naar beneden vallend apparaat bij
het transport met niet-toegestane transportmid-
delen.
Voor de ventilator en het transportgewicht ge-
schikte en toegestane hef- en transportmiddelen
gebruiken.
Personen mogen zich niet onder zwevende
lasten bevinden.
Neem het gewicht en zwaartepunt (in het mid-
den) in acht. Houd rekening met de toegestane
maximale belastbaarheid van de hefwerktuigen en
transportmiddelen. Voor totaalgewicht  typeplaat-
je op de voorpagina.
Tijdens het transport geen gevoelige componen-
ten belasten, bijvoorbeeld waaier of aansluitdoos.
Transportmiddel correct aanbrengen.
VOORZICHTIG
!
Gevaar van snijwonden door scherp
plaatwerk van de behuizing.
Draag bij het inbouwen persoonlijke be-
schermingsmiddelen (snijvaste handschoe-
nen).
● Apparaat uitsluitend in de originele verpakking
versturen.
● Apparaat droog opslaan (-25 tot +55 °C).
14 Technische gegevens
 Typeplaatje op voorpagina of op het apparaat.
Nominale diameter, afhan-
180, 220 (met verloop
kelijk van het type
naar 200) of 250
Beschermingsgraad
IP 54
motor
 Typeplaatje
Transportcapaciteit
 Afb. A/typeplaatje
Geluidsvermogensniveau
Trillingswaarden
BV-3
(ISO 14694)
 Typeplaatje
Gewicht
15 Omgevingscondities/gebruiks-
omstandigheden
● Toegestane omgevings- en transportmiddeltem-
peratuur: -20 °C < Ta < +50 °C. Voor speciale
uitvoeringen  typeplaatje.
● Indeling van de maximale oppervlaktetempera-
tuur in klassen. Temperatuurklasse T...
 Typeplaatje.
Temperatuurklasse
T1
T2
Maximale opper-
vlaktetemperatuur
450 300 200 135 100
[°C]
16 Montage
Bij de montage de geldende installatievoorschriften
in acht nemen  met name EU-richtlijn 1999/92/EG,
EN 60079-14 en VDE 0100 (in Duitsland).
Montagetips
Beschadiging van het apparaat
LET OP:
Apparaten met al vooraf geïnstalleerde
leidingtoevoer naar de aansluitdoos kunnen
beschadigd raken als er aan de aansluitleiding
getrokken wordt of het apparaat aan de leiding
wordt opgetild. Niet aan aansluitleidingen trek-
ken of het apparaat aan de leiding optillen.
ERM .. Ex e - ventilator:
● voor de vaste installatie in buisleidingen met bij
het apparaattype (nominale diameter) passende
buisleiding of flexibele buis.
● voor montage in zicht op buis, wand, voet met
voldoende draagvermogen.
● Montagepositie willekeurig, bij vochtige ruim-
tes niet naar boven transporterend monteren.
● Voor be- of ontluchting, afhankelijk van de mon-
tagepositie.
● Apparaataansluitingsstukken aan beide kanten
voor de directe montage in buisleidingen.
● Voor verloopstukken voor het aansluiten op
andere buisdiameters  internet.
● Ter verkoming van trillingsoverdracht op het
buizensysteem raden wij de montage van
elastische manchetten types ELM-Ex en ELAEx,
bevestigingsvoet FUM en trillingsdempers GP
van MAICO aan.
Controles vóór de montage
1. De volgende controles uitvoeren: D = gedetail-
leerde controle, N = controle van dichtbij, S =
visuele controle
Controleschema
I
Apparaat voldoet aan de EPL-/zo-
ne-eisen van de montageplaats.
II
Apparaten van groep juist.
Apparaten temperatuurklasse juist. ●
III
IV
Beschermingsgraad (IP-graad)
van de apparaten voldoet aan het
veiligheidsniveau / de groep / het
geleidingsvermogen.
T3
T4
T5
T6
85
D
N
S

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Erm 22 ex eErm 25 ex e

Inhaltsverzeichnis