4.4. Omgevingstemperatuur
• Het apparaat kan worden gebruikt bij een omgevingstempe-
ratuur van 0 °C tot 40 °C en een relatieve luchtvochtigheid tot
85% (niet-condenserend).
• In uitgeschakelde toestand kan het apparaat worden opge-
slagen bij een temperatuur tussen -10 °C en +50 °C.
GEVAAR!
Gevaar voor een elektrische schok!
Bij grote schommelingen in temperatuur of luchtvoch-
tigheid kan er door condensatie vochtvorming optre-
den die kortsluiting kan veroorzaken.
Wacht nadat u het apparaat heeft vervoerd met de
ingebruikname totdat het apparaat zich aan de om-
gevingstemperatuur heeft aangepast.
4.5. Stroomvoorziening
GEVAAR!
Gevaar voor een elektrische schok!
Ook bij een uitgeschakeld apparaat staan onderdelen
van het apparaat onder spanning.
Onderbreek de stroomvoorziening van het apparaat
of schakel alle spanning uit door de lichtnetadapter
uit het stopcontact te trekken.
• Sluit het apparaat alleen aan op een goed bereikbaar, geaard
stopcontact in de buurt met een spanning van 230 V~ 50 Hz.
48