Märklin 49954 Bedienungsanleitung Seite 7

Informatie van het voorbeeld
Voor een probleemloze spoorweguitbating zijn het in stand
houden en de uitbouw van het spoornet onontbeerlijk. Tot
de hiertoe noodzakelijke werkzaamheden behoren o.a. het
vervangen van wissels, het snoeien van hoogstambomen of
het op de sporen plaatsen van de rijtuigen. Na een ongeval
moeten de locomotieven en de wagens worden geborgen,
wrakstukken worden weggehaald en reddingswerken vaak
onder enorme tijdsdruk snel en efficiënt in goede banen
worden geleid. Daartoe hebben de spoorwegen kranen no-
dig die speciaal voor hun behoeften perfect zijn aangepast.
Tussen 1975 en 1977 kocht de Deutsche Bundesbahn
(DB) bij Krupp Kranbau GmbH (voorheen Krupp-Ardelt) in
Wilhelmshaven drie zwenkarmkranen voor de spoorwegen
van de serie 100 met 150 T hefvermogen, die dankzij hun
constructieve en aandrijftechnische ontwikkeling grote
belangstelling in beroepskringen genoot. Deze destijds zeer
krachtige kraanwagens van DB, met hun door middel van
touwen op te richten gieken, waren speciaal voor opruim-
werken bij zware ongevallen bestemd, en vooral ook voor
de montage van brugdelen en het verladen van zeer zware
lasten. Hiervoor moest een geschikte grote steunbasis
(7,1 m) door het aanbrengen van beide contragewichten en
het haakse uitzwenken van de steunarm worden verschaft.
Dan kon met de hoofdkraan een last van ongeveer 45 T bij
een maximale vlucht van de kraanarm van 16,4 m en zelfs
150 T bij een minimale vlucht van 8,0 m worden opgetild.
De kraanwagen rijdt op twee vierassige draaistellen
(4,5 m wielbasis) met rollengelagerde 30 T-wielstellen.
Daarbij hebben de binnenste wielstellen een wielsteltrans-
missie op elk draaistel voor de eigen tractieaandrijving, die
via hydraulische axiale plunjermotoren plaatsvindt. Een
luchtgekoelde Deutz-dieselmotor met acht cilinders staat
in voor de aandrijving met 122 kW continu motorvermogen
bij 1.800 toeren per minuut. De 160 T zware kraanwagen
heeft een topsnelheid van 100 km/h en kan bochten halen
met een straal van minimaal 120 m. Tijdens het transport van
de kraan naar de werkopstelling rust de kraanarm op een
ongeveer 20 meter lange kraansteunwagen van de serie
817, die op twee draaistellen met telkens twee wielstellen
loopt en eveneens voor 100 km/u is gebouwd.
7