Rinchtingaanwijzer en
waarschuwingslampjes
1.
richtingaanwijzer indicatielampje "
2.
Grootlicht indicatielampje "
3.
2-takt
motorolieniveau
richtingaanwijzer indicatielampje "
Dit indicatielampje knippert als de schakelaar van de
richtingaanwijzer naar links of rechts wordt geduwd.
Grootlicht indicatielampje "
Dit indicatielampje gaat branden als het grootlicht van de
koplamp is ingeschakeld.
INSTRUMENTEN EN CONTROLEFUNCTIES
2-takt motorolieniveau
waarschuwingslampje
Dit waarschuwingslampje gaat branden als de
sleutel in de
motorolieniveau in de 2-takt motorolietank
tijdens gebruik laag staat. Indien het
waarschuwingslampje tijdens het gebruik
aangaat dient u het olieniveau te controleren en
de olietank met de 2-takt motor olie. Het
waarschuwingslampje moet uitgaan nadat de
"
2-takt motorolietank is gevuld.
"
NOTA BENE:+ ____________________________
waarschuwingslampje
Als
waarschuwingslampje niet aangaat als de
"
sleutel in de "
nadat de 2-takt motorolietank is bijgevuld dient u
een Explorer-dealer het elektrische circuit te
laten controleren.
"
LET OP: _________________________________
Gebruik het voertuig niet tenzij u weet dat het
2-takt motorolieniveau voldoende is. Te
weinig motorolie veroorzaakt schade aan de
motor.
positie staat of wanneer het
het
2-takt
motorolieniveau
" positie staat of niet uitgaat
3-2
Dashboardpaneel
1.
Snelheidsmeter
2.
Kilometerteller
Het dashboardpaneel is uitgerust met een
snelheidsmeter en een kilometerteller. De
snelheidsmeter geeft de rijsnelheid aan. De
kilometerteller geeft de totaal gereden afstand
aan.