Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Oliekamer - Afdichtingscontrole; Draairichtingscontrole; Montage En Installatie; Natte Opstelling Op Bodemring - Homa Barracuda GRP Serie Montage- Und Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

6.4. Oliekamer-Elektronische dichtingscontrole
De pompen GRP 22 tot GRP 50 worden op verzoek, de
pompen GRP 56 tot GRP 111 worden standaard met een
elektronische dichtingscontrole in de oliekamer geleverd.
Deze meet d.m.v. sonden de elektronische weerstand
van het oliepeil in de oliekamer. Deze weerstand
verandert als er water binnenkomt door een defecte
asafdichting. De normale uitvoering van alle type's
hebben één sonde, welke de weerstand tegen aarde
meet (motorhuis). De aansluitaderen van de kabel is met
S1 aangeduid. (z. pag. 27 afb. 1 en 2)
De explosievrije uitvoeringen van alle type's hebben 2
sonden, waartussen de weerstand gemeten wordt. De
aansluitaderen van de kabel zijn met S1 en S2
aangeduid.
De sonden moeten aan een relais aangesloten worden,
welke aangesloten worden aan het veiligheidscircuit van
de pomp. De aanspreekgevoeligheid kan van 0-100kΩ
ingesteld zijn, de standaardinstelling is 50kΩ.
6.5. Draairichtingcontrole
Bij 1-Fase-motoren is een controle van de draairichting
niet noodzakelijk, daar deze altijd met de correcte
draairichting lopen.
Voordat u een 3-fasen pomp in bedrijf neemt, dient u de
draairichting te controleren. Bij gebruik van een HOMA-
besturing met draairichting-controle, licht deze bij foutieve
draairichting op. Bij kleinere pompen kan de controle ook
door het observeren van de start-ruk plaatsvinden. De
draairichting is met de klok mee, gezien vanaf de
bovenzijde van de pomp. Tijdens het starten zal de pomp
echter even in tegengestelde richting roteren. Bij grotere
pompen dient de draairichting door een testloop voor
inbouw vastgesteld te worden. Bij vast geϊnstalleerde
pompen kan in noodgeval de opvoerhoogte op capaciteit
bij verschillende draairichtingen vergeleken worden. De
draairichting met de grootste capaciteit of hoogste
opvoerhoogte is de juiste.Bij een onjuiste draairichting,
verwissel dan twee van de drie fasen van de
stroomvoorziening. Bij pompen met een origineel HOMA-
besturing met CEE-netstekker kan de faseverwisseling
door 180°-draaien van de ronde houderplaat aan de
stekkerpolen met een schroevendraaier verricht worden.

7. Montage en Installatie

Maximale onderdompeldiepte in acht nemen (zie
typeplaatje)
Bij gebruik in een pompput, moet de putopening na
montage van een begaanbare afdekking worden
voorzien.
Schades ten gevolgen van een overstroming door
een storing aan de pomp dient de gebruiker door
trefzekere maatregelen (bijv. installatie van een
alarminstallatie, reservepomp e.d.) uit te sluiten.

7.1. Natte opstelling op Bodemring

Aansluitbocht of –knie aan de persaansluiting
aanbrengen.Drukleiding monteren. Afsluiters,
terugslagkleppen, e.d. eventueel volgens voorschrift
monteren. De persleiding dient spanningsvrij gemonteerd
te worden. Bij gebruik van een slang als persleiding, zorg
dan voor dat deze niet knikt en dat de binnendiameter
van de slang overeenkomt met de doorlaat van de
persaansluiting.
De pomp aan de handgreep met een touw of ketting in de
vloeistof laten zakken. Als de pomp in modder of op een
ongelijke bodem wordt opgesteld, is het raadzaam de
pomp op bakstenen te plaatsen.
7.2. Natte opstelling met automatisch
koppelingssysteem
De volgende handleiding behelst de montage van het
originele HOMA-koppelingsysteem:
⇒ Positie van de koppelingsvoet en de
bevestigingsconsole van de geleidestangen vastleggen,
door bijv. een schietlood te gebruiken.
⇒ De correcte inbouwmaten van de pomp(en) controleren.
(volgens de maattekeningen)
⇒ Bevestigingsgaten voor de geleidestangkonsole in de
binnenrand van de putopening boren. Wanneer dit
wegens plaatsgebrek niet mogelijk is, kan de
geleidestangkonsole ook d.m.v. een gebogen profiel
aan de onderzijde van de putafdekking bevestigd
worden. De geleidestangkonsole met twee schroeven
bevestigen, maar nog niet aandraaien.
⇒ Koppelingsvoet op de putbodem plaatsen, bij een
ongelijke putbodem dient het voetstuk uitgelijnd te
worden. Gebruik een schietlood om de koppelingsvoet
juist t.o.v. de geleidestang-konsole te positioneren (de
geleidestangen moeten later loodrecht staan). Zet het
vervolgens vast met heavy-duty keilbouten.
⇒ Persleiding volgens algemeen bekende procedures
monteren, zonder de leiding te draaien of bloot te stellen
aan overmatige spanningen.
⇒ Beide geleidestangen in de ogen van de koppelingsvoet
steken en op juiste lengte maken t.o.v. de
geleidestangkonsole. Geleidestangkonsole losmaken en
bevestigen op beide geleidestangen, daarna
geleidestangkonsole stevig bevestigen. De
geleidestangen dienen absoluut spelingvrij te zijn,
aangezien dit veel lawaai veroorzaakt tijdens het in
bedrijf van de pomp.
⇒ Pompput voor in bedrijfname zuiveren van vaste delen,
(puin, stenen e.d.)
⇒ De koppelingstegenflens bevestigen aan de
persaansluiting van de pomp. U moet erop letten dat de
profieldichting (afdichting tegen koppelingsvoet) vast in
de uitsparing van de tegenkoppeling gemonteerd is,
zodat het uitvallen van de dichting bij het uithalen van
de pomp uitgesloten is.
⇒ Ketting aan de handgreep of draagogen bevestigen.
Pomp met de geleideklauwen van de
koppelingstegenflens tussen de geleidestangen in de
pompput leiden. Pomp via deze geleidestangen in de
pompput laten zakken. Wanneer de pomp het voetstuk
met zelfkoppeling bereikt, koppelt de pomp zichzelf vast.
⇒ Hang het uiteinde van de ketting aan een speciale haak,
die boven aan de put is bevestigd.
⇒ Motoraansluitkabel in voldoende lengte middels een
trekontlasting in de pompput ophangen. Wanneer de
kabel te lang is kunt u deze aanpassen. Zorg er voor dat
de kabel niet geknikt of afgekneld kan worden.

7.3. Automatische Niveauschakeling

Bij stijging van het waterpeil tot een bepaald maxima
niveau (inschakelpeil), schakelt de opdrijvende
niveauschakelaar de pomp automatisch in. Wanneer de
waterstand door afpompen op een bepaald minima
niveau (uitschakelpeil) is gezonken, schakelt de
niveauschakelaar de pomp uit.
De schakelafstand tussen minimaal- en maxima niveau is
bij ieder verschillend. Voor een probleemloze werking
dient u zich aan de volgende aanwijzingen te houden:
19

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis