Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Gebruik; Basisfuncties - FINO VITESSE SF Gebrauchsinformation

Mikromotor
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für VITESSE SF:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Draai de schroeven geheel in, om een eenvoudige
montage van het regel apparaat mogelijk te maken.
Schuif het regel apparaat vanaf de voorzijde op de
montagerail totdat deze merkbaar vergrendelt. Sluit
daarna de stekker van motorkabel 5 aan op aansluit-
bus 4 op de achterkant van het regelapparaat. Zorg
dat de groef van de aansluitbus en de uitsparing van
de stekker zich tegenover elkaar bevinden. Draai de
moer stevig vast. Sluit ten slotte netkabel 9 aan op
aansluitbus 8. Voordat u de stekker in het stop -
contact steekt controleert u nogmaals of alle kabels
stevig op het regelapparaat zijn bevestigd.

4. Gebruik

Zet bij het aansluiten van de motorhandgreep of het
bedieningspedaal de Aan-/Uit schake laar 16 in stand
0 (Uit).

4.1 Basisfuncties

4.1.1 Regelapparaat
Zet regelapparaat 1 met Aan-/Uitschakelaar 16 aan.
Stel met behulp van toerentalregelaar 11 een gewenst
maximumtoerental tussen 1000 en 50.000 rpm in. Het
bereik tussen 40.000 en 50.000 rpm is door middel
van een vergrendeling beveiligd. Deze vergrendeling
kan worden opgeheven door de vergrendelingsknop
op toerentalregelaar 11 in te drukken. Het door u
ingestelde maximumtoerental wordt op display
15 weergegeven. Door te drukken op hand-/voetknop
12 kunt u schakelen tussen hand- en voetbediening.
Wanneer het controlelampje naast de hand-/voet-
knop brandt, kan de snelheid met behulp van het
bedieningspedaal of de knieschakelaar worden
geregeld. Door te drukken op keuzeknop 13 kan de
draairichting worden bepaald. Wanneer het contro-
lelampje naast de keuzeknop draairichting brandt,
loopt de motor rechtsom. Wanneer het lampje uit is,
loopt de motor linksom. (Bovenaanzicht rotatieas)
Met motorknop 14 kan het geselecteerde toerental
automatisch vast worden ingesteld. Als het oranje
controlelampje naast de motorknop brandt, is de
functie ingeschakeld; als het groene lampje brandt is
de functie uitgeschakeld. Wanneer een toerental
langer dan twee seconden wordt vastgehouden,
wordt dit vast ingesteld en kunt u het bedienings -
pedaal of de knieschakelaar loslaten. Een geluids-
signaal geeft aan dat het toerental is ingesteld. Door
opnieuw op de knop van het regelapparaat te
drukken kunt u het toerental wijzigen.
4
4.1.2 Handgreep
4.1.2.1 Spantang openen
Wanneer de spantang is
geopend, is de motor geblok-
keerd. Om beschadigingen
aan de motor of de transmis-
siedelen te voorkomen, dient u
steeds na het wisselen van
gereedschap te controleren of de spantang volledig
gesloten is. Open de spantang nooit wanneer de
motor loopt! Bedien het apparaat altijd met gereed-
schap! Zelfs wanneer het apparaat niet wordt
gebruikt, wordt aangeraden de spantang met behulp
van gereedschap of de testboor te sluiten. Om te
voorkomen dat de handgreep valt, dient u deze altijd
in de meegeleverde handgreephouder 22 te plaat-
sen. De procedure is voor rechtshandigen beschre-
ven; linkshandigen dienen in tegengestelde richting
te werk te gaan.
Houd handgreep 21 met uw
rechterhand vast. Motor 20
bevindt zich daarbij in de palm
van uw rechterhand. Houd
handgreep 18 met uw linkerhand
vast en draai de handgreep
ongeveer voor een kwart rechtsom totdat u merkbaar
weerstand ondervindt. De spantang is geopend en u
kunt het gereedschap verwijderen.
4.2 Werken met de FINO VITESSE
micromotor
Controleer het ingestelde toeren-
tal voordat u met de werkzaamhe-
den begint. Draag bij alle werk-
zaamheden met de FINO VITESSE
micromotor een veiligheidsbril en
een mondkapje! Overschrijd nooit het maximumtoe-
rental en de maximaal toegestane druk van het
gebruikte gereedschap! Controleer vóór gebruik
steeds of het gereedschap goed vastzit! Probeer het
gereedschap of de spantang nooit tijdens gebruik
vast te zetten of te blokkeren! Bedien het apparaat
nooit met natte of vochtige handen! Bij een onge-
schikte verlichting in uw werkplaats kan een strobos-
copisch effect optreden. Hierdoor lijkt het bij bepaal-
de toerentallen alsof het gereedschap stilstaat. Dit
effect kan door een geschikte verlichting worden
voorkomen. Schakel het regelapparaat uit wanneer u
dit niet gebruikt. Plaats de handgreep altijd in de
daarvoor bestemde handgreephouder. Klem het
gewenste gereedschap in de spantang. Zie punt
4.1.2. Zorg dat het gereedschap stevig in de span-
tang bevestigd is. Draai toerentalregelaar 11 volledig
linksom naar het kleinste toerental. Zet het regelap-
paraat nu met Aan-/Uitschakelaar 16 aan. Stel het
apparaat op het gewenste maximumtoerental in.
4.2.1 Tafelregeling zonder bedienings-
pedaal
Wanneer u het apparaat op tafel zonder bedienings-
pedaal wilt gebruiken, moet het controlelampje
naast hand-/voetknop 12 uit zijn. Als dit niet het geval
is, druk dan op hand-/voetknop 12. Tegelijkertijd gaat
het controlelampje naast motorknop 14 uit. Door te
drukken op knop 13, selecteert u de draairichting van
de motor. Door nu op motorknop 14 te drukken, start
u de motor. Het ingestelde maximumtoerental kan
op elk gewenst moment worden gewijzigd door te
draaien aan toerentalregelaar 11. Ook de draairich-
ting kan op elk moment worden omgekeerd door de
keuzeknop draairichting in te drukken. De motor
hoeft niet van tevoren te worden gestopt. Door nog-
maals op motorknop 14 te drukken, stopt de motor.
4.2.2 Tafelregeling met bedienings -
pedaal
Wanneer u het apparaat op tafel met bedieningspe-
daal wilt gebruiken, moet het controlelampje naast
hand-/voetknop 12 branden. Als dit niet het geval is,
druk dan op hand-/voetknop 12. Tegelijkertijd gaat
het controlelampje naast motorknop 14 branden.
Selecteer de draairichting van de motor door te
drukken op keuzeknop 13. Door nu op bedienings -
pedaal 7 te drukken, start u de motor. Het ingestelde
maximumtoerental kan tijdens het lopen van de
motor niet worden gewijzigd. De draairichting kan op
elk moment worden omgekeerd door de keuzeknop
draairichting in te drukken. De motor hoeft niet van
tevoren te worden gestopt. Wanneer het oranje con-
trolelampje naast motorknop 14 brandt en u langer
dan twee seconden op hetzelfde toerental werkt,
wordt deze instelling vastgehouden en kunt u uw
voet van bedieningspedaal 7 nemen. Om het toeren-
tal te wijzigen of de motor te stoppen, drukt u
opnieuw op bedieningspedaal 7 en laat u het pedaal
vervolgens helemaal los.
NLD
4.2.3 Knieregeling zonder bedienings-
pedaal
Wanneer u het apparaat voor knieregeling zonder
bedieningspedaal wilt gebruiken, moet het controle-
lampje naast hand-/voetknop 12 branden. Als dit niet
het geval is, druk dan op hand-/voetknop 12.
Tegelijkertijd gaat het controlelampje naast motor-
knop 14 branden. Selecteer de draairichting van de
motor door te drukken op keuzeknop 13. Door nu op
knieschakelaar 2 te drukken, start u de motor. Het
ingestelde maximumtoerental kan tijdens het lopen
van de motor niet worden gewijzigd. De draairichting
kan op elk moment worden omgekeerd door keuze-
knop 13 in te drukken. De motor hoeft niet van tevo-
ren te worden gestopt. Wanneer het oranje controle-
lampje naast motorknop 14 brandt en u langer dan
twee seconden op hetzelfde toerental werkt, wordt
deze instelling vastgehouden en kunt u knieschake-
laar 2 loslaten. Om het toerental te wijzigen of de
motor te stoppen, drukt u knieschakelaar 2 opnieuw
in en laat u deze vervolgens helemaal los.
4.2.4 Knieregeling met bedienings -
pedaal
Wanneer u het apparaat voor knieregeling met
bedieningspedaal wilt gebruiken, moet het controle-
lampje naast hand-/voetknop 12 branden. Als dit niet
het geval is, druk dan op hand-/voetknop 12.
Tegelijkertijd gaat het controlelampje naast motor-
knop 14 branden. Selecteer de draairichting van de
motor door te drukken op keuzeknop 13. Door nu op
knieschakelaar 2 of bedieningspedaal 7 te drukken,
start u de motor. Het ingestelde maximumtoerental
kan tijdens het lopen van de motor niet worden
gewijzigd. De draairichting kan op elk moment wor-
den omgekeerd door keuzeknop 13 in te drukken. De
motor hoeft niet van tevoren te worden gestopt.
Wanneer het oranje controlelampje naast motorknop
14 brandt en u langer dan twee seconden op hetzelf-
de toerental werkt, wordt deze instelling vastgehou-
den en kunt u knieschakelaar 2 of het bedieningspe-
daal loslaten. Om het toerental te wijzigen of de
motor te stoppen, drukt u knieschakelaar 2 of het
bedieningspedaal opnieuw in en laat u deze vervol-
gens helemaal los.
5

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis