Werking (141 M); Instelling (141 M) - Bertolini 140 Bedienung Und Wartung

Fig. 8/A
5 4

WERKING (141 M)

De motormaaimachines van de serie M zijn
uitgerust met stuurkoppelingen die op de
wielassen zijn gemonteerd en aangesloten
zijn op de wielremmen.
Trekt men nu de koppeling/remhendels aan
(Fig. 8/A n. 4 en n. 5) dan draait de
motormaaimachine naar links en naar rechts.
Trekt men nu de hulphendel aan (Fig. 8/A n.
12) dan komt de motormaaimachine tot
stilstand. Deze hendel heeft ook de functie van
parkeerrem.

INSTELLING (141 M)

Voor de instelling van de koppelingen op de
wielassen en de remmen beschikt de
motormaaimachine van de serie ìMî over twee
afstelpunten.
Een eerste afstelpunt A, Fig. 8/A, is op de
kabel gemonteerd
bedieningshendels koppeling/rem loopt (Fig.
8/A n. 4 en n. 5) en mag alleen gebruikt worden
voor de instelling van de linker en rechter
stuurkoppelingen.
A
die naar
Fig. 8/B
12
Deze hendels dienen over een speling van
ongeveer 2-3 mm te beschikken. Het tweede
afstelpunt B, Fig. 8/B, is in de nabijheid van
de hendel gemonteerd die de rem bedient, en
is bedoeld voor de reminstelling. Om de
instellingen uit te voeren dient men als volgt
te werk te gaan:
1) Instelschroef B van de rechterrem (Fig. 8/
B), die zich in de nabijheid van het wiel
bevindt, losser draaien.
2) Nu de instelschroef van de koppeling (A,
Fig. 8/A) van de rechter bedieningshendel
(Fig. 8/A, n. 5) zodanig instellen dat de hendel
een speling van ongeveer 2-3 mm bereikt.
3) De koppelingshendel (Fig. 8/A bis, n. 5)
aantrekken en controleren of het rechterwiel
stationair draait.
4) Instelschroef B (Fig. 8/B) instellen om de
beremming te regelen.
Herhaal dezelfde handelingen voor het
linkerwiel.
ZEER BELANGRIJK: gebruik nooit de
instelschroeven (A), die gemonteerd zijn
de op de kabel die naar de bedieningshendels
rem/koppeling van het stuur (n. 4 en n. 5.
uit Fig. 8/A) loopt, om de remmen in te
stellen, want op die manier raken de
stuurkoppelingen beschadigd.
B
67