De Flitsmodus Weergeven; Actieradius-Weergave - Leica SF 64 Anleitung

NL
152

DE FLITSMODUS WEERGEVEN

Op het display wordt de ingestelde flitsmodus
weergegeven. Daarbij zijn afhankelijk van het
cameratype verschillende weergaven voor de
betreffende ondersteunde flitsmodus (bijvoor-
beeld ) en de handmatige flitsmodus
TTL
(zie pagina 157).

ACTIERADIUS-WEERGAVE

Bij gebruik van camera's en een objectief met CPU
wordt op het display de actieradius weergegeven.
Daartoe moet een gegevensuitwisseling tussen
camera en flitsapparaat hebben plaatsgevonden,
bijvoorbeeld door de ontspanknop aan te tikken. De
actieradius kan worden weergegeven in meter (m) of
(zie pagina 170).
in feet (ft)
Er vindt geen actieradius-weergave plaats
– als er geen gegevens door de camera worden
overgedragen.
– als de reflectorkop uit zijn gangbare positie (naar
boven of zijwaarts) is gebracht.
– als het flitsapparaat in de flitsmodus
werkt (zie pagina 162).
ogelijk
m
M
M-SLAVE
Actieradius-weergave in de TTL-/
TTL-HSS-flitsmodus
In de flitsmodi en (zie pagina 154)
TTL TTL-HSS
wordt op het display de waarde voor de minimale en
maximale actieradius van het flitslicht aangegeven.
De weergegeven waarde heeft betrekking op een
reflectiegraad van 25% van het onderwerp, wat
voldoet voor de meeste opnamesituaties.
Sterke afwijkingen van de reflectiegraad (bijvoorbeeld
bij zeer sterk of zeer zwak reflecterende objecten)
kunnen invloed hebben op de actieradius van het
flitsapparaat.
Het onderwerp moet zich in het bereik van circa 40%
tot 70% van de maximale actieradius bevinden.
Daarmee wordt de elektronica voldoende speelruimte
voor afstelling geboden.
Om overbelichting te vermijden, moet de afstand tot
het onderwerp niet korter worden dan de op het
display weergegeven minimumafstand.
De aanpassing aan de betreffende opnamesituatie
kan bijvoorbeeld door het veranderen van de
objectiefdiafragma worden bereikt.