Algemene Veiligheidsvoorschriften - Makita BUC121 Betriebsanleitung

NEDERLANDS
1. Accu
2. Knop
3. Inbussleutel
4. Aansluiting van verlengstuk
5. Uit-vergrendelknop
6. Koppelstang
ALGEMENE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING! Lees en begrijp alle instructies.
Als u nalaat alle onderstaande instructies te volgen,
kan dit leiden tot een elektrische schok, brand en/of
ernstig persoonlijk letsel.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Het gereedschap mag niet worden gebruikt op een plaats
binnen 15 meter afstand tot bovengrondse
hoogspanningsleidingen waarop 33.000 volt of meer staat
(normaal gesproken leidingen aan stalen masten) of op
9 meter afstand tot bovengrondse elektriciteitskabels
waarop minder dan 33.000 volt staat (normaal gesproken
leidingen aan houten palen), behalve indien advies is
gevraagd aan het betreffende elektriciteitsbedrijf. (zie
afb. 1)
GEVAAR:
Bij aanraking van hoogspanningsleidingen of
elektriciteitskabels bestaat gevaar van ernstig letsel of
dood door elektrocutie.
WAARSCHUWING:
Voor een veilig gebruik leest en begrijpt u de
gebruiksaanwijzing. Draag een gezichtsbeschermer (en/
of veiligheidsbril) en een helm ter bescherming tegen
vallend materiaal. Zorg altijd voor een vrij werkgebied,
een vluchtroute en let op de plaats van de takken om te
voorkomen deze op u vallen. Houd omstanders 15 meter
uit de buurt wanneer u zaagt. Stel het gereedschap niet
bloot aan regen. Bewaar het gereedschap onderdak. (zie
afb. 2 en 3)
WAARSCHUWING:
Draag altijd oogbescherming om de kans op oogletsel zo
klein mogelijk te maken.
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en
de accu is verwijderd, voordat u het verlenstuk
bevestigt.
• Controleer voor gebruik dat de kettingzaag stevig met
bouten aan het verlengstuk is bevestigd.
• Draag altijd oog- en oorbescherming.
• Maak voor de werkzaamheden altijd het werkgebied
vrij.
• Zaag nooit in een instabiele lichaamshouding (bijv.
vanaf een ladder of in een boom).
• Om verwonding voor vallende takken te voorkomen,
mag u nooit onder de tak staan die u afzaagt.
• Wanneer u een tak van onderaf zaagt, kan deze tijdens
het zagen doorbuigen en het zaagblad beknellen.
8
Verklaring van algemene gegevens
7. Zeskantbouten
8. Aan/uit-schakelaar
9. Losdraaien
10. Dunnere stang
11. Vergrendelring
12. Koppeling
Het verlengstuk aan de kettingzaag bevestigen
Verwijder de accu vanaf de kettingzaag en haal de
inbussleutel van zijn plaats op de koppelstang die op het
verlengstuk zit. Verwijder de koppelstang met behulp van
de inbussleutel. (zie afb. 4 en 5)
Bevestig het verlengstuk aan de kettingzaag door het
vanaf de bovenkant omlaag te schuiven. (zie afb. 6)
Steek de koppelstang in de opening naast de aan/uit-
schakelaar van de kettingzaag. Druk de uit-
vergrendelknop in en terwijl u deze ingedrukt houdt,
plaatst u de koppelstang in de uitsparing in de behuizing
van de kettingzaag en zet u de koppelstang vast met een
bout met behulp van de inbussleutel. (zie afb. 7 en 8)
Zet de koppelstang tevens aan de andere kant van de
behuizing vast met een bout. (zie afb. 8)
Berg de inbussleutel weer op zijn plaats op de
koppelstang op.
In- en uitschakelen (zie afb. 9)
LET OP:
Alvorens de accu op het verlengstuk te schuiven,
controleert u eerst of de aan/uit-schakelaar
goed werkt en na loslaten terugkeert naar de uit-stand.
Om te voorkomen dat de aan/uit-schakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht.
Om het gereedschap te starten, drukt u de uit-
vergrendelknop in en knijpt u de aan/uit-schakelaar in.
Laat de aan/uit-schakelaar los om het gereedschap te
stoppen
De stang verlengen
Houd de koppeling stevig vast en draai de vergrendelring
linksom om deze los te draaien. Trek daarna de stang uit
tot de gewenste lengte. (zie afb. 10)
Om de stang te vergrendelen, lijnt u eerst de twee
pijlpunten met elkaar uit op de koppeling en de
aansluiting. Draai daarna de vergrendelring rechtsom.
(zie afb. 11)
BEDIENING (zie afb. 12)
Draag altijd een veiligheidsbril en een helm. Om
verwonding voor vallende takken te voorkomen, mag u
nooit onder de tak staan die u afzaagt.
Wanneer u de kettingzaag gebruikt met het verlengstuk
eraan bevestigd, kunt u het geheel beter bedienen
wanneer u alleen de rubberen delen van het verlengstuk
vasthoudt.
Als u het verlengstuk niet gebruikt, plaatst u de bouten en
de koppelstang terug hun plaats op op het verlengstuk.
13. Pijlpunt
14. Vastzetten
15. Pijlpunt
16. Kettingzaag (BUC121/BUC122)